Nederlandse uienoogst uiteindelijk fors lager

Deze week publiceerde het CBS de gewijzigde productiecijfers voor de Nederlandse akkerbouwgewassen. Met name de correcties op de oogst van zaaiuien en de aardappelopbrengsten vallen daarbij het meest op. Vakgroepvoorzitter Jaap van Wenum van LTO Akkerbouw plaatst vraagtekens bij nut en noodzaak van de oogstraming voor akkerbouwgewassen door het CBS.

In oktober 2017 ging het CBS nog uit van een uienoogst van meer dan 1,5 miljoen ton. Maar de meest recente cijfers laten zien dat van het aanvankelijke uienareaal ruim 550 hectare niet is gerooid. Verder corrigeerde het CBS de brutohectareopbrengst van 55,7 ton naar 50,6 ton per hectare.

Nat najaar

'Door het natte najaar is uiteindelijk toch een substantieel deel van het beteelde areaal niet gerooid', geeft CBS-landbouwwoordvoerder Cor Pierik als verklaring. 'Verder komt de aanpassing van de hectareopbrengst in deze mate wel vaker voor. Dit betreft een correctie voor uien die niet geschikt zijn voor consumptie of na de oogst op het land zijn achtergebleven.'

Pierik stelt dat vooral de moeizame oogstomstandigheden ervoor hebben gezorgd dat uiteindelijk veel minder uien die geschikt zijn voor de markt van het land zijn gehaald.

62.000 ton minder aardappelen

Voor consumptieaardappelen komt het niet geoogste areaal op meer dan 1.450 hectare, blijkt uit de CBS-cijfers. De totale bruto-opbrengst van 74.775 hectare geoogst areaal is nu vastgesteld op 3,950 miljoen ton. Dat is ongeveer 62.000 ton minder dan in oktober 2017 nog werd verwacht.