Meer lokale voedselketens met Food Value

Met de onlinemarktplaatstool Food Value die bestellen en betalen regelt, gaan producten gemakkelijk van de boer naar de eindgebruiker, zegt Karssen. Zij heeft Food Value ontwikkeld samen met maaltijdtasservice Puurland in Arnhem, Stichting Van Akker naar Bos in Bemmel, gemeente Arnhem en Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp. Voor de ontwikkeling ontvingen zij een POP3-innovatiesubsidie van provincie Gelderland en de Europese Unie.

Met Food Value hoopt Karssen een basis te hebben gelegd voor voedselteams in heel Europa. Bij Food Value hebben afnemers de mogelijkheid om te filteren op bijvoorbeeld het Demeter- of het Skal-keurmerk. 'Mijn ervaring is dat consumenten bij lokale producten minder behoefte hebben aan certificaten, omdat ze de boeren kennen en weten hoe ze werken.'

Kansen

Het spreekt Jan Wieringa van boerderij Veld & Beek in Doorwerth aan dat Food Value kansen biedt om afnemers en leveranciers met elkaar te verbinden. Veld & Beek is een biologisch bedrijf waar vijf ondernemers gezamenlijk melkvee houden, kaas en zuivel bereiden en groenten en graan verbouwen. Soms hebben ze meeropbrengsten die ze buiten hun eigen kring willen verkopen.

Wieringa: 'Tegelijk moet je blijven beseffen dat Food Value een hulpmiddel is en dat het mensenwerk blijft om de verschillende partijen bij elkaar te krijgen. Maar een laagdrempelig en uitstekend werkend systeem maakt dat zeker een stuk gemakkelijker.'

Nieuwe doelgroepen

Ook Matthias Crum van De Horsterhof in Duiven is enthousiast: 'Ik vind Food Value een hartstikke tof initiatief waarmee we vast en zeker efficiënter kunnen gaan werken.' Het biologische landbouwbedrijf kweekt zo'n tachtig verschillende groenten. Crum verwacht dat hij met de nieuwe 'marktplaatstool' nieuwe doelgroepen kan aanboren en dat de distributie doelmatiger zal verlopen door de samenwerking met andere partijen.

Food Value is gestart in de omgeving van Arnhem. Uit testen is gebleken dat ondernemers hun producten binnen een cirkel van 20 kilometer om af willen zetten of ophalen. En boeren willen niet vaker dan één tot twee keer per week hun verse producten afleveren. Daaruit heeft de projectgroep de conclusie getrokken dat een logistieke hub aan de rand van de stad ideaal zou zijn.

Elektrisch vervoer

Afnemers kunnen via de onlinemarktplaats bestellen, de boeren brengen de producten naar de hub, de transporteur sorteert ze in de hub en levert ze per elektrisch vervoer af in de stad.

Steven Koster van Stadstuin Kweekland en van Puurland, leverancier van lokale boodschappenpakketten, brengt op dinsdag maaltijden op een elektrische transportfiets naar klanten in Arnhem. Zij bestellen bij Puurland online losse producten of vijf maaltijden die Koster samenstelt met seizoensproducten uit de regio. De meerwaarde van Food Value ziet hij vooral in de samenwerking op logistiek gebied.

Gemeente positief

Gemeente Arnhem staat positief tegenover Food Value, omdat het past binnen de visie van de gemeente op stadslandbouw en regionaal voedsel. De gemeente wil het autoverkeer in de binnenstad terugdringen en denkt daarom graag mee over een logistieke hub aan de rand van de binnenstad, en aansluitend op de negentiende-eeuwse wijken, waar veel studenten en creatieve ondernemers actief zijn en er belangstelling is voor lokaal geproduceerd biologisch voedsel.

'Maar wij grossieren niet in leegstaande gebouwen, zeker niet met een laad- en losperron', zeg Henk Wentink, bestuursadviseur van gemeente Arnhem op het gebied van stadslandbouw. 'We hebben deelgenomen aan de testperiode en enkele bijeenkomsten van Food Value bekostigd, maar we kunnen geen ondernemers subsidiëren. Er moet dus nog wel wat water door de Rijn gaan, voordat zo'n hub er is', stelt Wentink.

Drie zaken

Volgens Karssen zijn drie zaken cruciaal voor het slagen van een lokale voedselketen: logistiek, diversiteit en een moderator die de verschillende deelnemers aan elkaar koppelt en zorgt voor marketing en communicatie.

Hoe meer lokale ketens Food Value gebruiken, hoe goedkoper het per deelnemer kan worden en hoe meer doorontwikkelkracht er ontstaat. De kracht zit hem vooral in de samenwerking; daarmee krijg je schaalvoordeel.

Kosten laag houden

Karssen: 'Daarom willen we de kosten laag houden, zodat we geen drempel opwerpen voor deelname. Als richtlijn denken we aan 20 euro per maand voor een professionele deelnemer en 5 euro voor een consument. Daar komen dan nog wel transactiekosten bij, maar ook die willen we laag houden.'