Boerenverhaal in de schaduw op Grüne Woche

Een belangrijk deel van de nationale agrarische top is in de Duitse hoofdstad vertegenwoordigd. Het bedrijfsleven, de politiek en vertegenwoordigers van de land- en tuinbouw. Te midden van naar schatting een half miljoen consumenten die in aanraking komen met voedsel van over de hele wereld.
Honderdduizenden Nederlanders die een beurs bezoeken waar voedsel centraal staat. Het zou volgens velen iets prachtigs zijn en waar de agrarische sector van profiteert.

Er gebeurt echter al veel en dat dreigt wel eens te worden vergeten. In Nederland zijn tal van lokale en regionale initiatieven die promotie richting het grote publiek beogen en het verhaal van boeren en tuinders overbrengen. Voedselproductie dichtbij de consument zichtbaar maken. Laat hen de boerderijen, stallen, kassen en verwerkende bedrijven maar zien.
Zo is bijvoorbeeld de Dutch Agri Food Week een nieuwe eigentijdse variant met een grote uitstraling. Met tientallen evenementen door het hele land. Kleinschalig, maar gezamenlijk groot. Zeker in potentie.

Misschien is dat wel een veel betere vorm en moet juist daar meer op worden ingezet. Veel beter en ook belangrijker voor begrip en waardering van de consument, de klant, de buurman en burger, dan massa's mensen die zich op een beurs volproppen.
Want ja, op veel stands en paviljoens van de Grüne Woche draait het meer om omzet dan om het verhaal achter het product. Niks mis mee, maar de waarde van deze beurs voor boeren en tuinders moet niet overdreven worden.