Serotineniveau varken goede voorspeller staartbijten

Nieuws Varkens Ilona Lesscher 21 dec 2017 om 09:00uur

Staartbijten bij varkens is niet gekoppeld aan agressief gedrag. Het is meer verkennend gedrag, zegt Lisette van der Zande van Topigs Norsvin. Dat inzicht leidde tot een nieuwe focus in het onderzoek naar staartbijten. Het serotineniveau blijkt nu een goede voorspeller.

'Staartbijten is niet gekoppeld aan agressief gedrag bij varkens. Het is een meer verkennend gedrag en dus waren methoden, zoals het scoren van verwondingen en beschadigingen, niet geschikt voor ons onderzoek naar kenmerken voor genetische selectie ', legt Van der Zande, lid van het Robuustheids- en welzijnsplatform van Topigs Norsvin uit.

Goede voorspeller

In plaats daarvan concentreerde het onderzoek zich op metabolieten bij varkens. Metabolieten zijn stoffen die nodig zijn voor de stofwisseling of daarbij vrijkomen. Van der Zande en haar collega's, Pramod Mathur, Egbert Knol en Naomi Duijvesteijn werden aangemoedigd door resultaten die aangeven dat serotoninespiegels een voorspeller kunnen zijn bij dieren die bijtend gedrag vertonen.

'Bij mensen zijn we bekend met serotonine als een neurotransmitter die correleert met ons gevoel van geluk', legt Van der Zande uit. 'Ook zijn serotonineniveaus verbonden met depressie en obsessief gedrag bij mensen en verenpikken, een eveneens destructief gedrag, bij pluimvee.'

Minder bijters

'Het bestuderen van het genoom (redactie: complete genetische samenstelling van een organisme, cel of virus) suggereert dat we dieren met lagere serotonineniveaus uit Topigs Norsvin-populaties kunnen selecteren. Dit zal ertoe leiden dat klanten in de toekomst aanzienlijk minder staartbijten zullen zien', voorspelt Van der Zande. Zij hoopt dat in combinatie met bijvoorbeeld betere huisvesting en stalklimaat het probleem zelfs helemaal wordt geëlimineerd.

Het project verplaatst zich nu naar de nucleuspopulatie in Paradise Valley in Winnipeg (Canada) met observaties van 12.000 gespeende biggen. Deze gegevens voorzien het team van voldoende informatie om het effect van onder andere geboortegewicht, geslacht en worpgrootte op schade aan de staart te onderzoeken.

'Dit helpt ons om beter inzicht te krijgen in een eigenschap die van oudsher moeilijk aan te pakken is, maar waarbij we nu gebruik kunnen maken van nieuwe genetische tools die bij Topigs Norsvin beschikbaar zijn', aldus Van der Zande.