'Vraag naar schapenzuivel blijft stijgen'

Het lam zit nog onder het bloed, slijm en vlies. Het lijkt alsof het blijft liggen in het stro, waar het na de worp is terechtgekomen. Als De Korte slijm verwijdert en water over het beestje heen spettert, begint het te bewegen. Wankel probeert het op eigen poten te gaan staan.

De ooien van De Korte lammeren jaarrond af. 'Dit doen we de laatste vijf jaar en het bevalt ons uitstekend. We hebben altijd lammeren en altijd schapen aan de melk.' Voor een schapenhouder die zijn melk verzuivelt, is dit een groot voordeel. 'Op deze manier loopt de productie het hele jaar door zonder enorme pieken. We kunnen dus het hele jaar door kaas leveren en we hebben ook continu werk voor ons personeel.'

Andere boeg

De schapen zijn in 2003 op het bedrijf gekomen. Daarvoor was het een gemengd bedrijf bestaande uit zo'n zestig stuks vleesvee en een kleinschalige akkerbouwtak. Ook werkte zijn vader nog naast de deur om rond te komen. Om het bedrijf voort te kunnen zetten en het levensvatbaar te maken, moest zoon Jan het over een andere boeg gooien.

Uitbreiding was noodzakelijk. Omdat Walcheren te kleinschalig is en grond duur, werd het een horizontale uitbreiding: melk. Het toenmalige koemelkquotum was te kostbaar, dus besloot de ondernemer Zeeuwse melkschapen te gaan houden en de melk te verkazen. Sinds 2013 heeft hij het verkazen uitbesteed, omdat het te arbeidsintensief werd.

Productie leidend

De Korte begon met veertig ooien en heeft er nu tweehonderd. Ze produceren zo'n 600 kilo melk per jaar met een gemiddeld vet- en eiwitgehalte van 6 en 5 procent. Productie is leidend in zijn fokkerij. Dieren die onder de 1,5 kilo melk per dag zakken, worden gedekt, deels met een vleesram. Die lammeren verkoopt hij als slachtlam. 'Onze grens is een lactatiewaarde van 110. Alleen ooien die daarboven komen, laten we dekken door een zuivere melkschapenram.' Het worpgemiddelde ligt op tweeënhalf lam.

De schapenhouder houdt zijn dieren in twee groepen. Elke groep weidt hij tussen april en november zes tot tien uur per dag. 'Ik kan ze niet dag en nacht buiten houden, want alleen gras is niet voldoende voor ze. In de stal voer ik ze bij om de melkproductie op peil te houden.'

Kuilvoer

De dieren krijgen maximaal 1,5 kilo krachtvoer per dag en onbeperkt kuilvoer, dat bestaat uit een mengsel van luzerne, bierbostel, soja, geplette gerst en kuilgras. Sinds dit voorjaar gebruikt De Korte een kleine versie van een mengvoerwagen. 'Deze mengbak heeft de productie gestuwd. Hierdoor selecteren de schapen niet meer, maar eten ze alles op.'

Ook het gebruik van de krachtvoerbox heeft de productie omhooggebracht. Daarnaast leidt het tot een efficiënter krachtvoergebruik. Het scheelt vele kilo's brok per jaar. 'Elke ooi krijgt nu wat ze nodig heeft. Ik ben nu minder krachtvoer kwijt en slepende melkziekte komt eigenlijk niet meer voor.'

Schapenkaaskeuring

Begin september won De Korte met een jonge kaas de landelijke schapenkaaskeuring in Zwolle, die voor het eerst werd georganiseerd door Nederlandse Vereniging van Professionele Melkschapenhouders en de Bond van Boerderij-Zuivelbereiders. Hij had het hoogste aantal punten, maar een uitgebreide toelichting ontbrak. Daar was het programma te vol en de tijd te kort voor.

'Ik denk dat de organisatie het aantal inzendingen heeft onderschat. De dag was te kort om alle producten te keuren', zegt de Zeeuwse schapenhouder.

Schapenyoghurt

Het laat wel de enorme vraag naar schapenzuivel in de markt zien. De Korte merkt dat zelf ook. Hij is in het voorjaar begonnen met het maken van schapenyoghurt. 'Er werd voortdurend naar gevraagd, dus zijn we er tijd voor vrij gaan maken. We hebben echt een vaste klantenkring rondom de schapenyoghurt opgebouwd', zegt hij trots. 'Schapenyoghurt heeft een milde smaak. Suiker toevoegen is totaal niet nodig.'

Omdat het Zeeuwse bedrijf hierdoor aan specifieke hygiëne-eisen moet voldoen, overweegt de schapenhouder het kaasmaken ook weer naar zijn eigen bedrijf halen.

Groei

De groei blijft er volgens de ondernemer nog wel inzitten. 'Nog steeds kunnen we alle kaas kwijt. Wellicht dat we over een aantal jaren driehonderd schapen houden. Zolang de vraag er is, willen we uitbreiden.'

De beperkende factor is de melktijd. De Korte doet met zijn 20 standsmelkstal tweeënhalf uur over een melkronde. Per dag is hij er vijf uur aan kwijt. 'Alleen daar moeten we nog een oplossing voor vinden.'