'Boerderijwinkel moet ook dertiger trekken'

Volgens de jury van 'Over de Vloer bij de Boer' van Food Inspiration heeft biologische boerderij 't Schop in Hilvarenbeek een hoge mate van betrokkenheid bij de regio, een grote educatieve functie voor de buurt en werken eigenaren Cécile en Jan van den Broek goed samen met andere bedrijven. Om die reden won de boerderij maandag een restyling van haar boerderijwinkel.

'Toch is de boerderijwinkel geen representatief visitekaartje, terwijl de winkel juist een fantastisch visitekaartje en een inspiratieplek kan zijn voor de buurt en voor de gehele agrarische sector in zijn algemeen', oordeelt de jury.

Verleiden

Dat beaamt Jan van den Broek. 'We vinden het lastig om de klant te verleiden, zeker de dertigplusser. Dat kan met meer kleur en licht in de boerderijwinkel, het herkenbaar maken van de producten van andere boeren en door het verbreden van het assortiment met gemaksproducten als kant-en-klare gehaktballen. Bovendien moet de uitstraling buiten de boerderijwinkel beter, want niemand ziet wat hier gebeurt.'

De vleesveehouders zijn voorlopers met een boerderijwinkel. In 1990 begonnen ze 'heel amateuristisch met een winkeltje'. 'We hadden een missie: mensen bewust maken van wat ze eten. We waren jong, enthousiast en onbevangen en met boerenverstand kwamen we een heel eind.'

Kookworkshops

Zes jaar geleden bouwde de familie een grotere winkel, inclusief keuken voor kookworkshops op de plek waar ooit de varkensstallen stonden. Een investering van 350.000 euro.

Jaarlijks stijgt de omzet van de boerderijwinkel met 20 tot 30 procent. Zeker na de crisis heeft de klant weer meer te besteden, stelt Cécile van den Broek. Het bestedingspatroon ligt met gemiddeld 30 tot 50 euro per klant vrij hoog. 'Weinig mensen komen alleen voor een krop sla naar de winkel.'

Vlees

De klanten komen vooral voor het vlees van de negentig Blonde d'Aquitaines die grazen op 200 hectare van onder andere Staatsbosbeheer en het Brabants Landschap. Zo'n 60 tot 70 procent van hun omzet halen de ondernemers uit hun vleestak. Ze werken hierin samen met drie slagers, zes koks en een tuinder.

De vleesveehouder schakelt over naar Red Angus om meer waarde uit het natuurland te halen en de klant een nog smaakvoller stukje vlees te kunnen aanbieden van de 100 procent grasgevoerde runderen.

Verwende koeien

'We doen meer aan natuurbegrazing. Blondes zijn verwende koeien. Een Angus eet zo een bos brandnetels op. En het vlees is kwalitatief nog beter. Het is beter dooraderd met een beetje vet, dat voor meer smaak zorgt.'

De verkoop van groenten uit eigen moestuin is de tweede poot van de boerderijwinkel. Zo'n 10 procent van de omzet halen de ondernemers uit droogwaren als jam en biologische wijn. Die laatste groep producten stelt hem voor een dilemma, ervaart Van den Broek . 'Aan de ene kant willen we tegemoetkomen aan de wensen van de klanten, aan de andere kant willen en kunnen we een supermarkt niet evenaren.'

Meer potentie

Door in te zetten op uitstraling, promotie en een breder assortiment en de openingstijden te verruimen van drie naar vijf dagen per week verwacht Van den Broek dat er nog meer potentie in de boerderijwinkel zit. Toch wil hij niet alleen maar geld verdienen, maar vooral ook zinvol bezig zijn.'

'Het rendement is het eerste waar je naar kijkt. Maar ik ben inmiddels 63, ik wil ook iets verder kijken dan de centen. Wij zien bijvoorbeeld mogelijkheden om meer te doen met boerderijeducatie. Vijftien keer per jaar komt de plaatselijke bassischool hiernaartoe om in de moestuin te werken. Daar verdienen wij niets mee. Maar deze kinderen zijn wel onze toekomstige klanten.'