CLM: voldoende alternatieven voor neonics

Volgens de vandaag gepubliceerde resultaten van het onderzoek kunnen van alle geanalyseerde behandelingen ongeveer de helft vervangen worden door alternatieven. CLM voerde het onderzoek uit in vier EU-landen, waaronder Nederland. De analyse betroffen vijf neonics toegepast in tien gewassen.

In een derde van alle toepassingen is sprake van chemische alternatieven met ook een hoge milieu-impact, stelt CLM. Voor zeven plagen in drie gewassen hebben telers zonder neonics geen mogelijkheid om een bestrijding uit te voeren.

Economische consequenties

CLM deed ook een quick-scan van inkomenseffecten op bedrijfsniveau. Een totaal verbod op de neonics zal economische consequenties hebben voor telers van appel, maïs, suikerbiet en koolzaad. Inkomensverliezen verschillen volgens de berekeningen van CLM van ongeveer 3 procent voor koolzaad in het Verenigd Koninkrijk tot 50 procent in de appelteelt in Nederland en Duitsland.

In het onderzoeksrapport wijst CLM erop dat er bij een onmiddellijk verbod in een aantal gewassen knelpunten ontstaan. In de aanbevelingen pleiten de onderzoekers voor een versnelde toelating van groene gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik van meer resistente rassen. Verder zijn ze van mening dat het monitoren van plagen beter ontwikkeld moet worden om te beoordelen in hoeverre zaadcoating noodzakelijk is.

Vraagtekens

In een reactie meldt LTO dat er wel vraagtekens zijn bij de gebruikte methode en objectiviteit van het CLM-onderzoek. De organisatie noemt het bijvoorbeeld niet erg logisch dat CLM behandelingen heeft beoordeeld die al vervallen zijn sinds het moratorium op neonics in 2012.