LTO eist pilot Kringloopwijzer in 2018

'Van Dam wil zelf geen besluit meer nemen over het gebruik van de Kringloopwijzer bij fosfaatrechten', zegt voorzitter Kees Romijn van de LTO-vakgroep Melkveehouderij. Hij voerde hier vorige week overleg over met de staatssecretaris.

'Wij willen een substantiële pilot in 2018 en een volledig werkend systeem in 2019. De staatssecretaris wil daar niet in meegaan. Maar wij denken dat de risico's overzichtelijk en te beperken zijn.'

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vindt dat de borging vooralsnog onvoldoende hard is en niet genoeg controleerbaar. 'Maar daar is nu juist een substantiële pilot voor nodig om met alle type bedrijven in alle windstreken het systeem in werking te testen', stelt de vakgroepvoorzitter.

Terug verdienen

Met een wettelijke borging van de Kringloopwijzer zou volgens LTO nog een extra fosfaatreductie van 1 tot 3 procent haalbaar zijn. Toch gaat het Romijn niet in eerste instantie om reductie. 'Boeren kunnen hun korting (deels) terug verdienen door efficiënter te produceren. Ook voor verdere verduurzaming in de melkveehouderij is de Kringloopwijzer hard nodig als basisinstrument', geeft hij aan.

LTO blijft zich hard maken voor een 'substantiële pilot', benadrukt Romijn. Hij wijst daarbij op het amendement dat de Tweede Kamer eind vorig jaar aannam over de Kringloopwijzer. 'We houden ze aan hun amendement over toepassing van de Kringloopwijzer in het stelsel van fosfaatrechten.'

Alle melkveehouders

LTO, NZO, Nevedi en VLB hebben de Kringloopwijzer al verplicht gesteld aan melkveehouders. Ruim 95 procent heeft deze op tijd ingediend. De resterende vijfhonderd bedrijven doen dat bijna allemaal alsnog voor 1 september, meldt Han Swinkels, projectleider Kringloopwijzer. 'We kunnen constateren dat de verplichting door de sector prima verloopt.'

Met de Kringloopwijzer heeft de sector een instrument in handen om de mineralenstromen - fosfaat, stikstof en koolstof - van het melkveebedrijf in beeld te brengen. De Kringloopwijzers dienen vervolgens, anoniem, als basis voor een collectieve rapportage, waarmee de sector in beeld brengt dat zij zich binnen de milieu-eisen ontwikkelt.