Europese titel ijs maken werpt vruchten af

Het aantal mensen dat ijs koopt in hun salon verdubbelt. 'Het is een gigantisch mooie boost. We kunnen nu een inhaalslag maken.' Nog maar vijf jaar maken melkveehouders Erik en Hermien Kuiper uit Denekamp ambachtelijk ijs.

Hun streekproductenijs 'Honing-Yoghurt met Frambozen en Walnoten'-Kui(p)er IJs' ontwikkelden ze speciaal voor de Gelato World Tour, waar twintig finalisten in de fabriek van ijsmachinefabrikant Carpigiani in het Italiaanse Bologna streden om het Europese kampioenschap.

Dat hun schepijs uitgeroepen is tot de nummer één van Europa, beseft het Twentse stel nog nauwelijks. 'Het is ons overkomen. Heel grote namen van ijssalons liggen ver achter ons. Wij waren beter', zegt Hermien Kuiper, terwijl de honderd Jersey-koeien even verderop grazen.

Vetgehalte

Het is met name aan die Jerseys te danken dat de ondernemers Europees kampioen zijn geworden, stellen ze nuchter vast. Ze kochten de koeien enkele jaren geleden omdat deze relatief goedkoop en klein waren, maar de dieren bleken ook een goed vetgehalte te hebben. 'Jerseys hebben een vetgehalte van 6,2 procent. Deze vollere melk maakt het ijs heel romig. Dat vinden mensen lekker', verklaart Erik Kuiper.

Het tweetal verwerkt jaarlijks 8.000 kilo melk in 10.000 kilo ijs. Vorig jaar ontving het stel 65.000 mensen voor het ijs, maar ook voor de speeltuin, verjaardagsfeestjes, rondleidingen en sinds kort het Hennie Kuiper Museum, waarin een expositie over de profwielrenner en oom van Erik Kuiper is te zien. De tentoonstelling moet vooral bezoekers trekken in het najaar, wanneer de ijssalon zijn deuren sluit.

Seizoensmedewerkers

Voor hun tweede tak krijgen de Twentse ondernemers hulp van negen seizoensmedewerkers. Over de verdiensten door de ijsverkoop willen ze niet veel kwijt. 'Het is op dit moment ontzettend aantrekkelijk. Het brengt meer geld in het laatje dan 7 ton melk leveren aan de fabriek', zegt Erik Kuiper.

Zijn vrouw vult aan: 'We hebben in 2015 een nieuwe ligboxenstal gebouwd, 120.000 euro geïnvesteerd in de ijsmachines en vorig jaar het museum geopend. We kunnen nu een inhaalslag maken om onze achterstand weg te werken.'

Zeugen

Want, nuanceert Hermien Kuiper, de ijssalon is er zeker niet vanuit een luxe positie gekomen. 'Een neventak begin je niet als je hoofdtak goed loopt. We zijn ijs gaan maken omdat het slecht ging in de varkenshouderij.' Tot enkele jaren terug hield het tweetal tweehonderd zeugen en twintig Holstein-koeien.

'We werden min of meer gedwongen om iets erbij te doen. Dit is een toeristisch gebied. Het leek Erik wel wat om softijs te gaan verkopen, omdat hier niets in de buurt was waar mensen iets konden eten of drinken. Met een loket waaruit we kant-en-klaar softijs verkochten, zijn we begonnen.'

Ambachtelijk ijs

Dat liep zo goed dat de fabrikant van de ijsmachines de ondernemers vroeg om ambachtelijk ijs te maken. Om ijsmachines te kopen en de ijssalon te bouwen, verkochten ze het quotum van de twintig Holstein-koeien. Ook schaften ze Jerseys aan, eerst 25, later nog een koppel van 75.

Maar niet alles konden de ondernemers verwezenlijken. Om nog meer mensen naar hun ijssalon te trekken, wilden ze een grote speeltuin creëren op de plek waar de varkensstallen hadden gestaan. 'Dat bleek 70.000 euro te kosten. Dat geld was er niet.' Erik Kuiper: 'Ik heb met hout zelf speeltoestellen gemaakt. Ze zijn allemaal gekeurd.'

Wereldkampioenschap

Nu maken de melkveehouders zich op voor het wereldkampioenschap ijs maken in september in Rimini. Hoewel de Europese titel voor grote drukte zorgt, hebben ze vooralsnog geen plannen om met hun ijstak uit te breiden.

'We openen geen vestiging in Oldenzaal of Enschede. De entourage vinden wij belangrijk. Mensen moeten koeien blijven ruiken en soms last hebben van een vlieg. Wij willen de consument die nog steeds een koe met hoorns met een uier een stier noemt, opvoeden. De charme van een boerderij moet blijven.'