Glastuinbouw bespaart veel energie

Door de verminderde energievraag is de jaarlijkse CO2-emissie met 0,5 tot 0,7 Mton gereduceerd. Dit is ongeveer 30 procent van de totale reductie in de glastuinbouw van 1,97 Mton in dezelfde periode. Uit de onlangs gepubliceerde Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw blijkt dat de daling van 1,97 Mton voor 79 procent voortkwam uit de krimp van het areaal, minder verkoop elektriciteit, meer inkoop elektriciteit, minder inkoop warmte en meer gebruik van duurzame energie.

Energiebesparing, intensivering en extensivering bepalen gezamenlijk de resterende 21 procent. Dit is minder dan bovengenoemde 30 procent omdat door intensivering de energievraag toeneemt.

Het Nieuwe Telen

Het jaarlijkse energiegebruik in de glastuinbouw is met 12,0 tot 16,1 PJ verminderd. Warmtebesparing had hierin een aandeel van 81 tot 83 procent en elektriciteitsbesparing 19 tot 17 procent. Het jaarlijkse warmtegebruik is met 9,8 tot 13,4 PJ afgenomen. Dit is voor 95 procent gerealiseerd door energieschermen, selectief ventileren en selectief verwarmen. Alle drie zijn elementen van Het Nieuwe Telen.

De invloed van de warmtebesparing op de CO2-emissie is groter dan die van elektriciteit. Dit komt door de omvang van de warmtebesparing. Elektriciteitsbesparing zit vooral in besparing op de inkoop en dat leidt niet tot reductie van de CO2-emissie in de glastuinbouw. Het jaarlijkse elektriciteitsverbruik is gedaald met 0,62 tot 0,76 miljard kWh en is voor het grootste deel gerealiseerd door selectief belichten en efficiëntere lampen. Gezamenlijk waren deze twee goed voor ruim 80 procent van de elektriciteitsbesparing.

Intensivering en extensivering

Door intensivering is de CO2-emissie van de glastuinbouw in de periode 2010 tot en met 2015 toegenomen met 0,28 tot 0,40 Mton. Door extensivering daalde de CO2-emissie met 0,13 Mton. Intensivering en extensivering zijn processen die door de afzetmarkt worden gedreven. De intensivering hangt vooral samen met de toegenomen vraag naar glastuinbouwproducten in de winterperiode. Hierdoor is de warmtevraag en de elektriciteitsconsumptie toegenomen. Extensivering is vooral het gevolg van de krimp van het areaal energie-intensieve gewassen, zoals rozen, paprika, komkommer en groene planten.

In het begin van de periode 2010 tot en met 2015 werd de energiebesparing vooral gedreven door kostenbesparing. In de jaren daarna was teeltoptimalisatie in combinatie met energiebesparing de belangrijkste reden. Factoren van invloed op de energiebesparing zijn de economische crisis, energiekosten, stimuleringsmaatregelen en het programma Kas als Energiebron. Dit programma stimuleert de kennisontwikkeling en -verspreiding over energiebesparing binnen de glastuinbouw, aldus Wageningen Economic Research.