POV is sterker dan ooit

Het valt niet mee om en afspraak te krijgen met Ingrid Jansen en Eric Douma. De voorzitter en vicevoorzitter van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) hebben het ongelooflijk druk. De POV wordt bestuurlijk en organisatorisch ingericht. Daarnaast loopt de uitvoering van het Actieplan Vitalisering Varkenshouderij, dat een jaar geleden werd gepresenteerd.

Zonder een sterke, eenduidige belangenbehartiging worden wij een speelbal van de politiek

Ingrid Jansen, voorzitter POV

Waarom legde u in maart uw functie neer?

Douma: 'De ruis op de lijn was sterker dan de waarheid van de twee bestuurders die op dat moment toch onvoorwaardelijk het vertrouwen moesten krijgen. Dan kun je twee dingen doen: iedereen de schuld geven of de hand in eigen boezem steken.'

Jansen: 'Je kunt niemand in het bijzonder aanwijzen voor hoe de dingen toen zijn gegaan. Er ontstond een bepaalde dynamiek die wij niet meer konden managen. Wij trokken toen de conclusie dat wij blijkbaar niet meer de juiste mensen op de juiste plek waren. Wij zijn niet aan het pluche gebonden, het gaat om de beweging van de POV.'

Maar nu trekt u de POV-kar wel weer.

Jansen: 'De kracht van de POV bleek uiteindelijk groter dan de bestuurders zelf. Het nut en de noodzaak van één varkensgeluid staan niet ter discussie. Maar ik ben blij dat wij alsnog van onze achterban de ruimte hebben gekregen om de klus af te maken.'

Heeft de crisis van maart ook wat opgeleverd?

Douma: 'Wij hebben onze manier van besturen doorgetrokken tot in alle haarvaten. Alles is bespreekbaar en alles wordt gedeeld met elke bestuurder. Daarom zijn per 1 mei NVV en LTO Varkenshouderij aan elkaar geklikt en heeft de POV nu een overgangsbestuur.'

Jansen: 'Er is geen verschil van informatieniveau meer. Er is een landelijk POV-bestuur dat bestaat uit 24 mensen uit zowel NVV als LTO Noord, ZLTO en LLTB. Daaronder hangen in alle regio's werkgroepen en ledenraden. In totaal heb je het dan over driehonderd varkenshouders die volledig worden betrokken bij de standpuntbepaling en besluitvorming. De besluitvorming wordt goed voorbereid. Het voordeel daarvan is dat besluiten snel kunnen worden genomen en we kunnen doorpakken.'

Douma: 'Er is dus geen getrapte besluitvorming meer en het beleid dat de POV uitvoert, wordt van onderaf bepaald. Onze leden bepalen zelf welke kant het opgaat.'

Waar staat de POV nu?

Jansen: 'We zijn volop aan de slag met de eindfase. De fusie tussen NVV en LTO Varkenshouderij wordt dit jaar afgerond. Dan komt er een definitief dagelijks en landelijk bestuur en zijn de regionale besturen volledig gevuld.'

Douma: 'Dat wij goed kunnen doorpakken bij de POV, bewijzen ook de twee regelingen die dit jaar zijn opengesteld: de Regeling stimulering mestverwerking en de Regeling fosfaatreductie varkenshouderij. Daar komen dit jaar nog twee regelingen bij: het ketenkwaliteitssysteem waarbij deelnemende varkenshouders drie jaar korting krijgen op de controles en een regeling specifiek voor concepten. Die wordt binnenkort opengesteld.'

Jansen: 'De POV heeft voor de sector in Europa 24 miljoen euro opgehaald. Deze middelen worden via het collectief ingezet om de structuur van de sector te versterken en de effecten ervan moeten ook zichtbaar worden op de individuele bedrijven.'

Varkenshouders vragen zich af wat de POV hun gaat kosten.

Douma: 'Ik snap die vraag, maar eigenlijk moet de focus in plaats van op de kosten veel meer liggen op de vraag: welke diensten levert de POV voor mijn bijdrage?'

Jansen: 'De contributie die varkenshouders betalen, komt onder meer ten goede aan nationale belangenbehartiging. Doen we dat goed, dan kunnen we sturen op beleid dat in Den Haag wordt gemaakt. Ook komt er een tarief voor samenwerking met de LTO's op de overkoepelende thema's en de internationale en regionale belangenbehartiging. Zonder een sterke, eenduidige belangenbehartiging worden wij een speelbal van de politiek.

'Het is aan onze leden om later dit jaar in de algemene ledenvergadering aan te geven of de mix goed is en het tarief acceptabel.'

De POV slaat ook aan op sectoroverstijgende onderwerpen. Hoe past dat binnen die werkwijze?

Douma: 'We zijn voor een thema-aanpak, maar de kleur van de varkenshouderij moet helder zijn. Daarom hebben we specialisten ingehuurd op het dossier mest en mineralen en milieu. Mestafzet is de grootste kostenpost voor veel varkenshouders. Zo borgen we dat onze belangen goed voor het voetlicht worden gebracht.'

Jansen: 'Je ziet op verschillende dossiers, of het nu mestverwerking en -verwaarding is, dierenwelzijn of diergezondheid, dat beleid steeds sectorspecifieker wordt in plaats van algemeen. Je kunt niet van LTO verwachten dat zij alle belangen op een evenredige manier behartigt. Dat is ook aan onszelf. Door onze inzichten te delen, zoals ten aanzien van de geurnormen, kunnen andere sectoren of afdelingen daarmee hun voordeel doen en krijg je toch een win-winsituatie.'

Ander punt is: hoe houd je contact in de regio?

Douma: 'Iedere regio kan daarvoor zijn eigen vorm kiezen. Het gaat erom hoe je aandacht voor elkaar invult. De contactmomenten waarbij je tot dialoog komt, moet je organiseren. Je achtergrond doet er niet meer toe, want LTO en NVV werken samen binnen de POV.'
Jansen: 'Het regiobestuur krijgt hierin een spilfunctie, maar de varkenshouderij zijn we samen met elkaar.'