LTO wil overgangsperiode van vijf jaar voor omgevingsplan

Ook leidt de omvorming tot onduidelijkheid voor boeren en tuinders, die hierdoor mogelijk vaker extra procedures moeten volgen als zij hun bedrijf verder willen ontwikkelen, aldus LTO Nederland in reactie op de wijziging in de Wet ruimtelijke ordening.

Vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet moeten gemeenten hun bestemmingsplannen en andere regelingen over de omgeving, omvormen tot één samenhangend omgevingsplan. Ze krijgen hiervoor tien jaar de tijd en in die periode hoeven huidige bestemmingsplannen en beheersverordeningen niet geactualiseerd te worden.

Zorgen

LTO vindt dit logisch. 'Het is zonde om gemeenten onnodig tijd te laten besteden aan iets wat in de nabije toekomst achterhaald is', meldt zij in een reactie.

'Tegelijkertijd hebben wij wel zorgen over de onduidelijkheid die deze situatie kan scheppen. Het risico bestaat dat er in de periode tot er één integraal omgevingsplan is, een wirwar aan gemeentelijke en provinciale plannen ontstaat die deels op oude en deels op nieuwe wet- en regelgeving gebaseerd wordt.'

Vijf jaar

Om deze periode van onduidelijkheid te beperken, stelt LTO voor om gemeenten niet tien, maar vijf jaar de ruimte te geven om hun bestemmingsplannen, beheersverordeningen en andere regelingen om te vormen tot een integraal omgevingsplan.

'Op die manier worden zij gestimuleerd om zo snel mogelijk duidelijke kaders te scheppen, waardoor ondernemers zo min mogelijk hinder ervaren van onnodige procedures die hen extra geld en tijd kosten.'