Nieuwe stal Nieuwenhuijse biedt groeiruimte

Het is net na de open dag vanwege de nieuwe ligboxenstalstal. Zo'n duizend mensen zijn er geweest, vertelt Lenny Nieuwenhuijse aan de keukentafel. Vooral klanten van de winkel, toeristen en nieuwsgierige boerencollega's. Haar man Marco is nog even bezig; ook zoon Rick (20) schuift later aan.

De nieuwe stal is een mijlpaal voor het gezinsbedrijf in Nisse. Toen ze begonnen, was het een melkveebedrijf met wat akkerbouw. Het melkveebedrijf groeide met kleine stapjes met de aankoop van melkquotum. Lenny Nieuwenhuijse zei haar vaste baan vaarwel en startte met kaasmaken, eerst hobbymatig en vanaf 2002 op grotere schaal.

Streekproducten

In het begin deed de onderneemster alles in haar eentje, het kaasmaken en de verkoop. Maar al snel kwam er een zaterdaghulp. Ook het assortiment in de winkel breidde uit, vooral met streekproducten.

Kaasboerderij Ter Nisse ligt op een prima locatie, aan een doorgaande weg, aan de rand van het dorp Nisse. Het is de enige boerenkaasmakerij in de Zak van Zuid-Beveland.

Melkquotum

De zelfgemaakte kaas gaf een meerwaarde aan de melk. In het quotumtijdperk kon er bovendien meer melk in de kaastobbe, als het quotum overschreden dreigde te worden. Die melk telde pas bij de verkoop van de kaas, in het volgende quotumjaar.

Tegenwoordig gaat van de vijftig koeien jaarlijks zo'n 130.000 liter melk in de kaastobbe. De rest gaat naar FrieslandCampina. Het echtpaar wil niet meer melk verwerken. Dan kunnen ze ook nog af en toe met vakantie zonder dat het te veel invloed heeft op de jaarproductie. Marco en Lenny Nieuwenhuijse zijn nu zelf de enige kaasmakers op het bedrijf. Hun zoon, die op de MAS in Goes zit, is er nog niet aan begonnen. 'Misschien over een paar jaar.'

Zoon

Rick Nieuwenhuijse is van plan om op termijn in het bedrijf te gaan. Dat was mede een reden om te investeren in de nieuwe stal. De oude stal was verouderd. Marco Nieuwenhuijse: 'We wilden iets neerzetten waarin het makkelijker werken was.' Rick Nieuwenhuijse: 'Toen mijn vader het bedrijf overname, was het verouderd.'

Zijn vader wilde bovendien een melkrobot: 'Dat ben je flexibeler. Bovendien geeft het arbeidsverlichting; ik heb last van mijn rug.'

Rauwmelkse kaas

Maar bij een melkrobot is de kans op verontreinigingen wat groter. Die kunnen problemen opleveren met de rauwmelkse boerenkaas. 'De kwaliteit van de melk moet beter zijn dan wanneer je aan de fabriek levert', zegt Nieuwenhuijse.

Daarom zitten er voorzieningen op de robot die het systeem extra reinigen en ontsmetten. De veehouder is altijd scherp op hygiëne. Hij levert al twintig jaar excellente melk aan de fabriek.

Horde

De familie moest nog wel een horde nemen, voordat de stal er stond: de gemeente. Nisse ligt in het kleinschalige landschap van Zuid-Beveland en de overheid wil het kleinschalige karakter graag zo houden. Daarom strandden de eerste plannen.

Een alternatief plan voor een compacte bouw kreeg de goedkeuring, een stal met één voergang en drie rijen boxen. Er zijn wel meer ligboxen dan voerplekken, maar met wat aanpassingen kan dat toch goed.
Er zijn nu 63 voerplekken en 70 ligboxen. In verband met de GVE-reductieregeling is een deel van het jongvee tijdelijk bij een collega ondergebracht.

Prima ervaringen

De nieuwe stal is met 50 meter twee keer zo lang als de oude. Nieuwenhuijse melkt nu een half jaar in de nieuwe stal. De ervaringen zijn prima, vertelt hij. 'Het loopt als een trein. Na het kalven zien we een duidelijke stijging van de productie.'

Volgens de veehouder komt dat door het vaker melken met de robot, zo'n 2,8 keer per dag, door de frissere en ruimere stal en door de voermengwagen, die zorgt voor een betere opname dankzij een meer optimaal rantsoen.

Snel gewend

De koeien waren in een week gewend aan de nieuwe stal. 'De koeien waren eerder gewend dan de boer', zegt Nieuwenhuijse. 'De dingen die je dagelijks doet, wennen snel. Maar bij de dingen die je minder vaak doet, duurt het langer voordat het gewend bent.'

Alle drie de takken, melken, kaasmaken en de winkel, zijn de afgelopen jaren gegroeid. Lenny Nieuwenhuijse kiest niet voor verdere groei van het kaasmaken en de winkel.

Grenzen

'Ik loop nu al tegen grenzen aan met het bedrijf, het huishouden, de kinderen en de administratie van het hele bedrijf. We willen er ook niet meer personeel bij nemen.' Haar man vult aan: 'Daar hadden we al mee gerekend. De extra melk gaat naar FrieslandCampina.'

Maar voorlopig moet de rem nog op de melkproductie. Nieuwenhuijse kan niet wachten totdat die eraf kan: 'We willen de stal vol zetten. Als dat niet dit jaar kan, dan toch wel volgend jaar.'