Project 'Partridge' verenigt tegenstanders

Dwars door een akker van Rens Kolff ligt een 3 meter brede baan van een halve meter hoog. Het is een keverbank. Zijn zoon Sebastiaan heeft de baan in acht keer ploegen op die hoogte gekregen. Daarop is met de hand een mengsel polvormende grassen gezaaid, waar patrijzen op gedijen.

Kolff doet mee aan het project 'Partridge'. Al zo'n tien jaar doet hij aan vrijwillige vogelbescherming. Aan weerskanten van de keverbank liggen 20 meter brede randen van kruiden en daarnaast kruidenrijk grasland, allemaal voor de patrijs.

Twee gebieden

Het project 'Partridge' startte dit jaar in het gebied Oude Doorn, in het Land van Heusden en Altena en bij Burghsluis op Schouwen-Duiveland. Jochem Sloothaak van Brabants Landschap en Alex Wieland van Landschapsbeheer Zeeland zijn de aanjagers van het Europese project.

Waarom staat de patrijs centraal? 'Omdat niemand een hekel heeft aan de patrijs', zegt Sloothaak. 'Daarmee krijg je alle partijen aan tafel. Bovendien is het een icoon voor boerenlandvogels, die het hele jaar in hetzelfde territorium zit. Als er iets misgaat, heb je het zelf gedaan.'

Animo goed

In het Land van Heusden en Altena zijn nu zo'n tien deelnemers. Nog elke week groeit het aantal. 'De animo is goed', vertelt Sloothaak. 'Bijna alle boeren in het gebied willen iets doen.'

Op Schouwen-Duiveland doen nu zeven boeren mee. 'Het begint nu te leven', zegt Wieland. Daar zijn ook maatregelen op land dat boeren huren van Het Zeeuwse Landschap.

Roofvogels

Voor deelnemers zijn er vier opties: een keverbank, meerjarige 'bloemblokken', de winterstoppel laten staan en patrijzenhagen. Combinaties hebben het meeste effect, zegt Sloothaak. 'Alleen een haag geeft wel dekking tegen roofvogels, maar daar red je de patrijs niet mee. Als daar een perceel met wintervoedsel naast ligt en een bloemblok waar kuikens voedsel kunnen vinden, dan heeft dat veel meer effect.'

Het is de bedoeling dat 7 procent van de gebieden wordt ingericht met deze maatregelen. Omdat het budget beperkt is, steken Sloothaak en Wieland hun energie vooral in de voorlopers. Daar worden excursies gehouden.

Betrokken deelnemers

Volgens Sloothaak moeten boeren niet meedoen voor de vergoeding. 'Wij willen betrokken mensen, die goed beheren en zelf ervan willen leren.'

Boeren moeten ook niet denken dat het een nuttige bestemming kan zijn voor beroerde stukken land. 'Nee, wij maken een beheerplan vanuit ecologisch oogpunt. Daarmee gaan we de boer op. Gelukkig willen boeren op grond daarvan meedoen', zegt Sloothaak.

'Wij moeten over vier jaar laten zien wat het resultaat is. Het doel is 30 procent meer biodiversiteit (patrijzen, broedvogels, zoogdieren en insecten). Als we dat niet halen, worden we mogelijk gekort op de subsidie.'

Wildbeheereenheden

Die toename van de biodiversiteit is wat alle partijen bindt, zegt Sloothaak. Ook de wildbeheereenheden (WBE's) doen mee, net als de regionale natuurorganisatie Altenatuur. Op Schouwen-Duiveland doet nog geen regionale natuurorganisatie mee. WBE's en natuurorganisaties zijn geen natuurlijke vrienden.

'We zien het belang in voor het wild van biotoopverbetering', zegt Nico Teunissen van WBE Land van Altena. 'Ons belang is niet om te jagen, maar om wildsoorten in stand te houden.'

Natuurbeschermingswet

Bovendien is de nieuwe Natuurbeschermingswet een extra duwtje in de rug voor WBE's en natuurorganisaties om samen te werken. 'Dit is daar een goed project voor', vindt Teunissen.

Het is in het Land van Heusden en Altena niet de eerste samenwerking tussen beide partijen. Vrijwilligers van Altenatuur namen vorig jaar al deel aan de tellingen van reewild en die van de zomerganzen van de WBE. Teunissen: 'De contacten zijn goed. We moeten af van die stereotype beelden van elkaar.'