LTO Noord gaat proces Engbertsdijksvenen trekken

De leden gaven deze week hun fiat tijdens een bijeenkomst in Westerhaar waar kwartiermaker Erik Back iets vertelde over het plan van aanpak. Daarin komt te staan op welke manier het gebiedsproces het beste kan worden gevoerd en welke partijen daarbij moeten worden betrokken.

Vervolgens kwam de discussie over de vraag wie deze 'megaklus' gaat trekken. 'De boeren die te maken krijgen met het gebiedsproces kwamen tot de conclusie dat LTO Noord dat het beste kan doen', zegt Klaas de Lange, portefeuillehouder Natuur van het regiobestuur oost van LTO Noord. 'Men hoopt dat er op die manier voor de landbouw het maximaal haalbare kan worden bereikt.'

Actief hoogveen

Engbertsdijksvenen is een natuurgebied in Noordoost-Twente. In het gebied komt nog actief hoogveen voor dat wordt bedreigd door verdroging in de zomer. Daarom wordt het gebied vernat en staat er omheen een bufferzone gepland op goede landbouwgrond. Ook die zone wordt vernat waardoor de toekomst van landbouwbedrijven op het spel staat.

Verzet

Er is al jarenlang veel verzet tegen de herstelplannen en er ligt al een stapel onderzoeksrapporten.

'We gaan opnieuw en grondig aan de slag', zegt Klaas de Lange. 'Buiten kijf staat dat de gestelde natuurdoelstellingen gewoon moeten worden gehaald. Dat willen we doen zonder extra 'wensnatuur' te creëren en op een manier die ook de landbouw recht doet. LTO Noord wil gebruik maken van onderzoeksbureaus en deskundigen zonder voorgeschiedenis in dit gebied. We willen eerlijk en objectief werken.'

Samenwerken

Belangrijk is dat met alle betrokken partijen in het gebied wordt samengewerkt en dat wordt gewerkt aan een eenduidig geluid om zo nieuwe politieke discussie uit de weg te gaan. 'We gaan een proces in waar enorm kritisch naar wordt gekeken. Het wordt een soort voorbeeldproces.'

Volgens Gerrie Kleene, een van de betrokken afdelingsvoorzitters, is het goed dat er nu duidelijkheid komt. 'Dit proces gaat ook pijn doen. Maar onduidelijkheid is erger dan de waarheid. Als ondernemers weten waar ze aan toe zijn kunnen ze weer ontwikkelen.'