Animo voor melktap op het erf groeit

Rob Scherpenzeel van Brunimat.nl melktapautomaten verkoopt sinds acht jaar naast melkmachines ook melktaps. Het aantal bleef jaren steken op zo'n twee, drie per jaar. Vorig jaar verkocht hij er zes, en dit jaar verwacht hij zeker rond de twintig melktaps te kunnen instaleren op boerenerven. Volgens Scherpenzeel is de toename dit jaar vooral te danken aan de lage melkprijs. Daar waar boeren nu gemiddeld 26 cent per liter beuren, is dat aan de melktap al gauw een euro per liter. 'Het zijn goed betaalde liters.'

Gemiddeld genomen hebben de melkveehouders een melktap, die zo'n 7.000 euro kost, in drie jaar terugverdiend. De installatie is vrij eenvoudig, en met wat stroom draait het systeem al.

Dat klinkt mooi, maar boeren moeten niet denken dat ze van een melktap rijk worden, waarschuwt Willy Erinkveld van Beleefboerderij De Melktap uit het Gelderse Geesteren. Hij was twaalf jaar geleden een van de eerste boeren die een melktap aanschafte. 'Het was een gok. Gaan we de melkveehouderij uitbreiden of proberen we via een neventak de omzet te vergroten? De eerste jaren liep het redelijk. Maar na een vrij negatief krantenartikel over rauwe melk kelderde de omzet.'

Stuntprijzen zuivel

De melktap levert nu gemiddeld zo'n 60 euro per week op, bij lange na niet genoeg voor het beleg op zijn boterham. Toch is Erinkveld blij dat hij ooit de beslissing voor melkverkoop op het erf genomen heeft. 'Om de melktap meer te promoten en meer mensen naar het bedrijf te trekken hebben wij vier jaar geleden rond de 300.000 euro geïnvesteerd in een ruimte voor feesten en vergaderingen. Dat loopt heel goed. Jaarlijks ontvangen we zo'n 5.000 tot 7.000 mensen, en dat aantal stijgt nog steeds. Ik zie de melktap nu vooral ook als protest richting de supermarkten met hun stuntprijzen voor zuivel. Het mooie is dat wij via de tap onze eigen prijs kunnen bepalen.'

Miranda Dijkveld Stol uit het Flevolandse Rutten heeft sinds april een melktap op het 260 koeien tellende melkveebedrijf. Haar drijfveer voor de aanschaf is de consument kennis laten maken met het originele product. 'Er komt steeds meer kritiek op de sector. Ik vind dat boeren meer moeten laten zien wat ze doen.' Ze ziet het nog niet als neventak. 'Voorlopig maken wij er nog geen winst mee. Onderschat, naast de aanschaf, de hygiëne en het schoonhouden niet. Dat kost tijd.'

Scherpenzeel stelt dat zijn klanten tussen de 50 tot 800 liter melk per week via de melktap verkopen. Dat verschil is groot. Grootste valkuil volgens de verkoper is dat veel boeren denken dat de omzet vanzelf wel komt. 'Ze hebben een afwachtende houding. Maar het moet wel gepromoot worden. Wanneer iemand de wethouder vraagt om de tap te openen, levert dat een redactioneel stukje op. Minimaal moeten boeren wekelijks toch 100 liter melk kunnen verkopen.'