Retailers eisen registratie van residuen

‘Het belang van MPS-ProductProof als tool zal in de toekomst toenemen. We gaan steeds meer toe naar een transparante markt’, zegt Anne-Jan Steenbeek, projectleider Markt & Product bij FloraHolland.
Welke werkzame gewasbeschermingsmiddelen zitten er nu eigenlijk in bloemen en planten? Of zijn er gebruikt tijdens de teelt? Om inzicht te krijgen in die gegevens zijn Royal FloraHolland en certificeerder MPS in 2015 het pilotproject MPS-ProductProof gestart.
Eerst met zo’n twintig telers, gelijkelijk verdeeld over potplant- en snijbloembedrijven. In 2016 is de pilot opgeschaald naar vijftig telers en leveranciers. Daarbij zijn ook seizoensbedrijven en leveranciers van uitgangsmateriaal, onder andere uit Afrika.
Daarnaast beschikt de pilot over een referentiegroep vanuit handel en retail, waaronder bijvoorbeeld IKEA. Op de handelsbeurs Trade Fair Aalsmeer van 2 tot met 4 november zal deze productcertificering officieel als dienst worden aangeboden aan geïnteresseerde telers. ‘Of het een etiket wordt, een stempel of keurmerk: die discussie loopt nog’, aldus de initiatiefnemers.

Greenpeace

Milieuorganisatie Greenpeace stond in 2014 met haar onderzoek naar de aanwezigheid en het gebruik van voor bijen gevaarlijke pesticiden voor in tuincentra verkochte planten aan de wieg van MPS-ProductProof. Het onderzoek, waarbij onder meer twaalf pesticiden op lavendelplanten van Intratuin werden aangetroffen, legde een link met de toenemende bijen- en hommelsterfte.
Marcel Bongaards, projectleider bij MPS: ‘Door het onderzoek is de problematiek onder het vergrootglas komen te liggen en is het balletje gaan rollen. Retailers zagen in: we lopen toch wel risico.’
Het was retailer Aldi Süd die niet lang erna aankondigde acht in de sier- en boomteelt gebruikte neonicotinoïden en telers die deze producten gebruiken in de ban te zullen doen. Andere retailers zetten vergelijkbare stappen, met Duitse en Zwitserse ketens voorop.
Steenbeek: ‘In Nederland borrelt het bij enkele supermarktketens, maar ze zijn er nog niet concreet mee bezig. Wel de tuinbranche, bijvoorbeeld een keten als Intratuin. Maar ook de consument is erg bezig met ‘weet wat je eet en weet wat je koopt’ en duurzaamheid. Dat staat in de sierteeltsector nog onvoldoende op de agenda.’
MPS-ProductProof moet dat gat dichten, stelt Bongaards. ‘MPS-ABC is ons milieucertificaat op bedrijfsniveau. Met ProductProof vindt verdieping op productniveau plaats. Welke residuen tref je aan op het product of komen er onderweg op, tijdens het teeltproces? Waarbij het uiteindelijk én én is: én je gebruikt als teler bepaalde gewasbeschermingsmiddelen niet én die komen niet op het product voor.’
Telers die die garantie willen geven, moeten MPS-ABC als basis bezitten en dagelijks registreren welke gewasbeschermingsmiddelen ze gebruiken. Ook een monstername door een onafhankelijk laboratorium - gemiddeld vier monsters per bedrijf, per jaar, per productgroep - is onderdeel van ProductProof.

Binnen 24 uur

‘Telers moeten binnen 24 uur melden welke chemische of biologische middelen ze hebben toegepast’, vertelt Bongaards. ‘Die gegevens stoppen wij in een database waarin wereldwijd 18.000 middelen staan en kijken vervolgens: aan welke klant levert hij en wat moet hij zichtbaar maken? Die gegevens deelt de teler vervolgens met de afnemer.’
Veel telers aan de pilot zien het nut van ProductProof wel in, al is er ook scepsis, merkt Steenbeek. ‘Natuurlijk hoor je in eerste instantie de verzuchting: weer een extra certificering.’
De extra inspanningen zijn te overzien, schetst Bongaards. ‘Ook de extra kosten, die vooral in de monstername en de analyse zitten, zijn in mijn ogen met 1.280 euro te overzien’, stelt hij.
‘De kwekers hoeven eigenlijk alleen te wennen aan het voeren van een dagregistratie. Natuurlijk is dat een uitdaging, zeker in het drukke seizoen. Om dat te vergemakkelijken zijn we nu aan het kijken of we het registratiesysteem compatible kunnen maken voor de mobiele telefoon.’