Geen noodzaak Duinpolderweg

Ook bestaat er twijfel of deze alternatieven de verkeerssituatie niet verder verslechteren en bovendien de leefbaarheid in Bennebroek, Vogelenzang en Heemstede ernstig schaden. Daarom wil de adviesgroep ze schrappen voor de milieueffectrapportage (MER).

De Duinpolderweg moet een verbindingsweg worden tussen de N206 en A4. In de adviesgroep zitten vertegenwoordigers van LTO Noord, bewoners, bedrijfsleven en natuurorganisaties.

Extra verkeersdrukte

In opdracht van de provincies Noord- en Zuid-Holland zijn diverse onderzoeken uitgevoerd om een oplossing te vinden voor de verwachte extra verkeersdrukte in de Duin- en Bollenstreek en de Haarlemmermeer.

LTO Noord is geen voorstander van zo'n nieuwe weg ten westen van de N208. De organisatie zou liever zien dat het bestaande wegennet wordt opgewaardeerd. In de Haarlemmermeer is aanleg van nieuwe infrastructuur wel gewenst.

Meningen verdeeld

In het rapport van de adviesgroep staat dat de meningen over de beste oplossing intern verdeeld zijn. Voorgesteld wordt verder te gaan met drie voorkeurstracés: Parel Alternatief 2.0, een nieuwe N206 en de Nog Beter 2.0.

Ook voegt LTO Noord zelf twee eigen alternatieven voor een MER toe, namelijk Alternatief Zienswijze Hillegom en het Nulalternatief. Een deel van deze tracés ligt buiten het oorspronkelijk plangebied.

Geen noodzaak

LTO Noord en KAVB maakten al eerder in een gezamenlijke brief kenbaar geen nut te zien in een grootschalige verbinding tussen het gebied ten westen van de N208 en de N205.

Beleidsadviseur Andries Middag: 'Het is goed om nu te merken dat ook andere organisaties geen noodzaak zien voor grootschalige nieuwe infrastructuur.'

Investeren

Niettemin vindt LTO Noord het van belang dat de ontsluiting van het noordelijk deel van de Greenport Duin- en Bollenstreek op niveau blijft. Investeren in de bereikbaarheid van het noordoostelijke deel en de Haarlemmermeer lijkt een optie.

Verder dringt de adviesgroep erop aan om de uitkomsten van de MER-onderzoeken open met betrokkenen te delen en blijft ze graag bij verdere planvorming betrokken.