Van Dam moet lasten verlichten

Veel families in de varkenshouderij vragen zich elke dag af hoe ze de rekeningen moeten betalen. En in de melkveehouderij zit, volgens de Rabobank, een op de drie boeren in de financiële problemen.
In Den Haag wordt vooral over innovatie gesproken. Echter, zonder inkomen kan er geen innovatie zijn. En als innovatie komt te liggen bij de keten, weten we zeker dat de inkomsten niet op het boerenerf terechtkomen. Daarom moeten we de landbouw structureel versterken door onder andere innovatie, maar ook voor onze voedselvoorziening zorgen dat de familie- en gezinsbedrijven kunnen blijven boeren.
Voor het CDA geldt een eerlijke economie, waarin hardwerkende ondernemers een eerlijk inkomen kunnen verdienen. De politiek heeft hierin een belangrijke rol door te zorgen voor een gelijk speelveld. Vorige week heb ik hiertoe met de SGP een motie ingediend. Hiervoor was te weinig steun in de Kamer.
Zowel op korte als lange termijn moeten er maatregelen worden genomen om de concurrentie- en marktpositie van de land- en tuinbouw te versterken. Op lange termijn moeten de lijntjes van de commissie-Veerman en de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) bij elkaar komen voor structurele maatregelen.
Voor de korte termijn zijn er voor een gelijk speelveld maatregelen nodig om gezinnen in de varkens- en melkveehouderij het hoofd boven water te laten houden. Daarvoor zijn er mogelijkheden.
Na de opheffing van de productschappen is de staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) de baas van diverse heffingen. Zo bevat het Gezondheidsfonds miljoenen euro's, maar daar is dit jaar weinig uitgehaald. Bevries dat fonds voor volgend jaar of bevries de tariefsverhoging van Rendac. Ook kan de bijdrage van de primaire sector aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) omlaag. Wanneer onderneemt het kabinet actie?

Crisisgeld

Op dit moment zijn er verschillende lidstaten die miljoenen euro's Europees crisisgeld direct uitkeren aan hun boeren. De voorstellen die onder het Nederlands voorzitterschap tot stand komen, zetten daardoor onze boeren en concurrentiepositie op achterstand. Zo is er nooit sprake van een gelijk speelveld.
Het kabinet heeft er bewust voor gekozen de 30 miljoen euro onder te brengen bij commissies. Maar de commissie-Rosenthal neemt zodanig de tijd, daar kunnen gezinnen in de varkenshouderij niet op wachten. Terwijl andere landen wel met steun komen en de lasten verlichten, gaan onze hardwerkende boeren ten onder. Het kabinet met staatssecretaris Martijn van Dam (EZ) voorop heeft geen oog voor de Nederlandse concurrentiepositie.
Dit werd bevestigd tijdens het debat over de Europese Landbouwraad. De opstelling van Van Dam was beschamend. Wat ik hoorde en zag was een man die worstelde, enerzijds als voorzitter van de Europese agroministers met procedurele antwoorden en anderzijds als de Nederlandse staatssecretaris.
Het CDA vindt dat de staatssecretaris het belang heeft te dienen als vertegenwoordiger van Nederland. Hij moet er zijn voor ondernemersgezinnen. In plaats van het voorzitterschap aan te grijpen om iets te betekenen, lijkt van Dam zich achter deze rol te verschuilen. Ik vraag mij af welke taak hij voor zichzelf ziet. Wat doet hij echt voor onze boeren? In mijn ogen veel te weinig.

Jaco Geurts Tweede Kamerlid voor het CDA