Routetoets voor landbouw in Drenthe

Twee jaar geleden spraken gemeenten, provincie Drenthe en de agrarische sector af eventuele knelpunten in het landbouwverkeer meer proactief te benaderen. Dus liefst voordat een weggedeelte wordt aangepast, zou de wegbeheerder contact zoeken met de sector of de maatregelen nog bezwaren oproepen.
Een dergelijke toets vooraf gebeurt niet altijd. De landbouw, vertegenwoordigd door LTO Noord Drenthe en Cumela Noord-Nederland, heeft nu aangegeven welke routes voor de sector essentieel zijn. Met name op die trajecten zouden dan zo min mogelijk obstakels moeten voorkomen, zodat ook zwaarder en groter landbouwverkeer er uit de voeten kan.
Die routekaart is bijna gereed. Nog voor de zomer wordt hij ingebracht in het verkeer- en vervoerberaad, het provinciaal overleg over verkeerszaken. Daarna is het aan de partijen zelf om er hun voordeel mee te doen.
De opzet komt voort uit een vakdag van Cumela Noord-Nederland samen met de Drentse gemeenten en de provincie vorig jaar, vertelt Gerben Zijlstra van de loonwerkersorganisatie. 'We stelden toen samen vast dat het goed zou zijn om te weten van welke routes boeren en loonwerkers veel gebruikmaken en welke obstakels zij daar tegenkomen. Daar is wel overleg over, maar niet overal weten partijen elkaar altijd goed te vinden.'
Dat het soms toch mis kan gaan, bleek onlangs nog in Borger-Odoorn, vertelt Zijlstra. Daar werd een doorgaande weg heringericht en kon het landbouwverkeer er opeens niet meer langs. Tijdig overleg had dat volgens hem kunnen voorkomen of een andere oplossing kunnen brengen.

Economische factor

'Landbouw is een belangrijke economische factor in Drenthe; gemeenten en provincie hebben daar oog voor. Waar de belangen van landbouw en verkeer elkaar raken, willen we daar met elkaar beter over communiceren. Dat bleek op de vakdag vorig jaar nog eens.'
Gemeenten en provincie Drenthe zijn daarin volgens Zijlstra van goede wil, maar een goed inzicht in wat de belangrijkste routes zijn voor de landbouw, ontbrak tot nog toe. Daar kom nu dus verandering in.
Veehouder Jacob Bakker uit Nijeveen is deelnemer aan het reguliere overleg van de LTO Noord-afdeling met de gemeenten Meppel, Hoogeveen en De Wolden, en ervaringsdeskundige. 'Boeren en loonwerkers weten zelf het beste waar veel landbouwverkeer langs gaat en wat dus de belangrijkste routes zijn. Elk half jaar geven we knelpunten door aan de gemeente en ik heb de indruk dat daar ook serieus naar wordt gekeken.'
Maar gemeenten denken soms toch nog te makkelijk over maatregelen die hinder opleveren, ervaart Bakker ook. 'Een eenvoudig drempeltje is voor ons al snel een echte hindernis. Drenthe is een open gebied waar we doorgaans goed uit de voeten kunnen. Maar als de bomen dicht aan de weg staan of overhangen, worden die op den duur toch een probleem.'
Over die bomen gesproken: het zou volgens Bakker goed zijn als er meer uitwijkplaatsen zouden komen voor landbouwverkeer langs dit soort wegen, zodat het overige verkeer veilig kan passeren.
Bij een aanpassing van de verkeerssituatie willen Cumela en LTO Noord zo mogelijk met gemeenten en provincie vroegtijdig in overleg. Dan valt er vaak nog wat te regelen. 'De kaart die we nu hebben ingevuld, is daarvoor een goede basis. Het geeft een goede indruk van wat waar speelt en zo kunnen we dit op een eenvoudige manier borgen', zegt Zijlstra.

Communiceren

Dat belang ziet ook Foppe Koen van het verkeer- en vervoerberaad tussen provincie en gemeenten. 'We hebben niet echt een acuut probleem. Drenthe is op het gebied van landbouwverkeer redelijk veilig, maar communiceren over de knelpunten kan altijd beter', zegt hij.
'Dat doen we met de recreatiesector ook over fiets- en wandelroutes. Met behulp van de routekaart kun je in een paar uur zo met de stift in de hand het hele gebied doornemen: de routetoets.'