Voorkeur fosfaatrechtenbeurs

Pieter StokkermansVoorzitter Kees Romijn van LTO-vakgroep Melkveehouderij is enthousiast over de uitslag. ‘Het is goed om op deze manier met de achterban te sparren.’ Wel vond hij het jammer dat maar 3 procent van de leden-melkveehouders de moeite nam om de peiling in te vullen.
Uit de poll blijkt een krappe meerderheid, 54 procent, van de ondernemers te kiezen voor een beurs om speculatie te voorkomen, terwijl ze verwachten dat dit ook een prijsdrukkend effect heeft.
Een Friese melkveehouder is voorstander. ‘Een fosfaatrechtenbeurs waar alleen melkveehouders op kunnen acteren, zonder ruimte voor speculanten/handelaren, is in de gegeven omstandigheden de beste keus’, schrijft hij.
‘Een ander punt van aandacht is de invloed van de rechten op de fiscus. Zijn ze fiscaal aftrekbaar? Met het melkquotum heeft het fiscale beleid rond de productierechten grote invloed gehad op de prijsvorming’, aldus de melkveehouder.
Volgens Romijn is het niet duidelijk of de aankoop van fosfaatrechten fiscaal aftrekbaar zijn. Hij denkt ook niet dat dit een effect heeft op die rechten. ‘Wanneer de fiscus niet meebetaalt, zullen de rechten wellicht iets goedkoper worden. Het principe blijft hetzelfde.’
Behalve een krappe meerderheid wil een grote groep van 37 procent graag een vrije markt, zegt de vakgroepvoorzitter. ‘Zij willen graag rechten kunnen kopen wanneer ze echt nodig zijn. Bij vrije handel hebben ondernemers toch wat meer flexibiliteit. Denk aan het huren van rechten, indien nodig.’
Het is voor Kees Romijn duidelijk dat de regeling rond fosfaatrechten aan het einde van het jaar een stuk minder flexibel kan uitpakken dan bijvoorbeeld bij het melkquotum. ‘LTO zet zich in voor meer flexibiliteit. Die mogelijkheden lijken erg beperkt en worden door het ministerie makkelijk van tafel geveegd’, zegt hij.
De vakgroepvoorzitter wijst erop dat de boete in de tijd van de melkquotering vaak lager was dan de opbrengst van melk, maar bij de voorgestelde boete bij overschrijding van de fosfaatrechten is de boete een stuk forser en is het een strafbaar feit.
‘Daarom moet je tijdens het lopende jaar tijdig kijken hoe je zit met de bedrijfsspecifieke excretie, de melkproductie, het aantal dieren en het voer. Met die vele variabelen een complexe berekening. Daarnaast zullen ondernemers voor de veilige kant gaan.’