OECD: Nederlands onderwijs goed

Nederlanders zijn minder vaak werkloos dan inwoners in de andere 39 OECD-landen met een vergelijkbaar opleidingsniveau. Ze krijgen daarnaast meer les dan die leeftijdsgenoten, staat in het OECD-rapport 'Education at a Glance 2015'.

De verschillen zijn vooral groot bij mensen met een havo-, vwo- of mbo-diploma. Van deze groep heeft in Nederland 80 procent een baan. Over de gehele OECD genomen is dat driekwart, geeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan.

Sociale uitkomsten

Ook geldt voor Nederlandse havisten, vwo'ers en mbo'ers dat ze significant hoger scoren op sociale uitkomsten. Ze hebben meer vertrouwen in anderen; 30 procent tegenover het OECD-gemiddelde van 18 procent.

Een grotere groep zegt dat er geen misbruik van hen wordt gemaakt; 22 tegen 16 procent gemiddeld. Meer Nederlanders vinden dat ze invloed hebben op de regering (36 tegen 30 procent gemiddeld), meldt het de departement.

Hoger opleidingsniveau

Ook lukt het Nederland goed nieuwe generaties hoger op te leiden dan hun ouders, stelt OCW. Bij een derde van de 25- tot 34-jarigen is dat het geval, waar het OECD-gemiddelde op 28 procent ligt, blijkt uit het rapport.

Ons land is vrijwel het enige binnen de OECD waar bijna alle kinderen op hun vierde al naar school gaan en het verplichte minimumaantal lesuren is hoger dan in andere OECD-landen.

Gemiddeld

In het primair onderwijs is dat in Nederland 940 uur per jaar, tegenover 804 gemiddeld in de OECD-landen. Voor het voortgezet onderwijs is dat 1.000 uur per jaar tegenover 916, laat het ministerie van OCW weten.