'Nederland is gatenvuller op uienmarkt'

Waterman was samen met zijn collega Ewald Gouwenberg afgelopen vrijdag uitgenodigd om tijdens het Uiensymposium van De Groot en Slot in Broek op Langedijk zijn visie te geven op de toekomst van de Nederlandse uienteelt.

Verder verschepen

'Die toekomst ziet er voor de uiensector ziet goed uit, maar er zijn ook bedreigingen', waarschuwt Waterman. 'De export overzee wordt steeds belangrijker en in Europa hebben we meer te maken met concurrentie. Het betekent dat we onze uien verder moeten verschepen.'

Volgens Waterman en Gouwenberg ontwikkelt Nederland zich steeds meer als gatenvuller op de exportmarkt. 'In omliggende landen vragen ze pas aan het eind van het seizoen of er in Nederland nog uien over zijn. En ook overzee leveren we op momenten dat er geen eigen oogst is', aldus Gouwenberg.

Langer exportseizoen

Het gevolg is een langer exportseizoen met daarbij hogere eisen aan de bewaarbaarheid van de uien. Waterman: 'De tijd tussen afleveren en consumptie van de uien kan oplopen tot soms wel acht weken. Het betekent dat de uien bij aflevering in optimale conditie moeten zijn.'

Waterman verwacht dat de Nederlandse uiensector sterk genoeg is om de kansen in de markt te benutten en ook om door te groeien. 'De teelt van de beste kwaliteit uien staat daarbij op de eerste plaats.'

Verticale integratie

Verder adviseert de uienhandelaar om als keten nog meer doelgericht samen te werken. 'Verticale integratie is de kracht van onze sector en onder meer van belang om oplossingen te zoeken voor problemen als koprot en grondgebonden ziekten.'