Meer groei én uitval bij groepskraam

De biggen van een groepskraamhok kennen een hogere voeropname en groei, meer spelgedrag en minder manipulatief gedrag, waardoor ze een hoger gewicht hebben bij opleg in de vleesvarkensstal.

Dit blijkt uit onderzoek naar de ontwikkeling van biggen die opgegroeid zijn in een groepskraamsysteem of in een traditioneel kraamhok. Het onderzoek is uitgevoerd door Wageningen UR in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.

Kauwen

De biggen uit het groepskraamhok vertoonden zowel voor als na het spenen significant minder manipulatief gedrag en meer spelgedrag dan de controlebiggen. Manipulatief gedrag bestaat uit kauwen op een lichaamsdeel van een andere big zoals kauwen op de oren en staarten. Er waren geen verschillen in technische resultaten en slachtkwaliteit tussen vleesvarkens opgegroeid in een groepskraamsysteem of in traditionele kraamhokken.

Werphokken

Het groepskraamsysteem had vijf werphokken en een gezamenlijke ruimte. Voor het werpen werden de zeugen 's nachts individueel gehuisvest in de werphokken. Na het werpen hadden ze onbeperkt toegang tot de gezamenlijke ruimte.

De biggen bleven de eerste dagen na geboorte in hun eigen werphok. Vanaf de dag dat de jongste toom in de afdeling zes dagen oud was, mochten ook de biggen naar de gezamenlijke ruimte en konden ze met de zeugen mee eten in de eetruimte.