UIKC test Frans beddensysteem voor uienteelt

De beddenfrees is van loonbedrijf Haartsen-Dekker in Biervliet in Zeeuws-Vlaanderen. Loonwerker Daniël Dekker (links op de foto) was deze week op proefboerderij Rusthoeve aanwezig om de machine af te stellen en aan te passen aan de droge bodemomstandigheden. Uiteindelijk uitgangspunt voor het beddensysteem is een verhoogd teeltplateau van 10 centimeter dik creëren waarop per bed vier rijen met uien zijn ingezaaid.

Bedrijfsleider Eelco Boot van de Rusthoeve (rechts op de foto) legt uit dat het beddensysteem wordt getest naast een systeem met afgetopte aardappelruggen van 75 centimeter breed voor twee uienrijen. Het laatste systeem betreft een bed met drie witlofruggen van 50 centimeter breed met steeds één uienrij per rug. De inzaai van de uien is direct uitgevoerd na de aanleg van de ruggen en de bedden. In alle systemen wordt dezelfde zaaidichtheid aangehouden.

Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het UIKC. De participanten van UIKC hebben hierom gevraagd als vervolg op een eerder onderzoek van Uireka naar alternatieve teeltsystemen voor zaaiuien. Boot vertelt dat in de ruggen direct ook fertigatieslangen worden aangebracht.

Aanleg fertigatie

In het Franse bed liggen twee slangen op een diepte van 3 centimeter tussen rij 1 en 2 en tussen rij 3 en 4. Op de afgetopte aardappelrug is direct met frezen ook één fertigatieslang neergelegd om beide uienrijen te voorzien van vocht en eventueel meststoffen. Elke witlofrug heeft een eigen fertigatieslang.

'Fertigatie is een must', vindt Boot. 'In deze systemen is de beperking van de aanvoer van capillair vocht uit de ondergrond een heikel punt. Aan de andere kant weten we wel uit eerder onderzoek dat voor het bevochtigen van de ruggen en de bedden minder water nodig is dan in vlakke teeltsystemen.'

Betere beheersing fusarium

Het onderzoek is nu nog relatief klein van opzet, zegt Boot. Afhankelijk van de resultaten is opschalen van experimenten met nieuwe teeltsystemen de komende jaren mogelijk. 'We volgen in deze proef de wortelontwikkeling van de uienplanten en kijken ook naar de efficiëntie van de bemesting. Verder bepalen we de opbrengsten en beoordelen we ook neveneffecten. Een mogelijke positieve invloed op de beheersing van fusarium kan interessant zijn.'

Alle aangelegde objecten worden aan het eind van het groeiseizoen op een conventionele manier geoogst. Boot gaat ervan uit dat grote aanpassingen aan bestaande rooimachines niet nodig zijn. 'We verwachten alleen enig verlies aan rooicapaciteit bij de afgetopte aardappelruggen omdat de rooimachine in dat systeem meer losse grond te verwerken krijgt.'