Kwaliteit van gras is over de jaren heen goed voorspelbaar

De kwaliteit van gras is goed voorspelbaar. Dat blijkt uit een statistische vergelijking van 1.242 versgrasanalyses over een periode van drie jaar op 21 melkveebedrijven in Nederland. Het ruweiwitgehalte, de energieparameter VEM, het suikergehalte en celwandgehalte (NDF) laten jaarlijks een vergelijkbaar verloop zien.

Kwaliteit+van+gras+is+over+de+jaren+heen+goed+voorspelbaar
© Twan Wiermans

Het onderzoek maakt deel uit van het praktijkproject 'Graslandmanagement voor reductie van methaan en ammoniak' dat is gecoördineerd door Wageningen Livestock Research. Binnen dit project zocht onafhankelijk adviesbedrijf Groeikracht naar trends in de kwaliteit van vers gras aan de hand van grasanalyses in het weideseizoen van 2020, 2021 en 2022. Het onderzoek vond plaats op bedrijven met een uiteenlopend graslandgebruik.

Voor het gevoel is het ene jaar het andere niet, zeker als het over gras gaat. 'Meestal doelen we dan op de opbrengst en groei van vers gras. Maar ondanks het wisselende weer van dag tot dag, is er in de kwaliteit van gras gemiddeld genomen weinig variatie tussen de verschillende jaren te zien', zegt onderzoeker Bert Philipsen van Wageningen Livestock Research.


Invloed van seizoenen

De belangrijkste reden daarvoor ligt in de invloed van de seizoenen, die zich vertalen in zonlicht en daglengte. Want dat verloopt ieder jaar volgens eenzelfde op- en afbouw. Niet alleen gras reageert hierop, maar ook dieren (melkproductie) en mensen zijn gevoelig voor het aandeel zonlicht per dag. Van Engels raaigras is bekend dat dit vanaf tien uur daglengte gaat groeien (februari tot november) en bij veertien uur daglengte kan gaan bloeien/doorschieten (mei-augustus).

Uit de analyse van ruim 1.400 voederwaarde-uitslagen blijkt dat tijdens het grasseizoen er globaal twee kantelpunten zijn in de VEM-voederwaarde van vers gras: bij dag 150 (31 mei) en bij dag 250 (7 september). Vanaf het voorjaar tot dag 150 daalt de voederwaarde. Tussen dag 150 en 250 blijft de voederwaarde vrijwel gelijk. Na dag 250 (begin september) neem de voederwaarde weer toe.


Temperatuursom

De temperatuursom (T-som) wordt berekend door alle gemiddelde dagtemperaturen boven 0 graden vanaf 1 januari op te tellen. De temperatuursom in de 28 dagen voorafgaand aan de monstername van het verse gras heeft een grote invloed op de voederwaarde van vers gras. Hoe hoger de T-som is geweest, des te lager is de voederwaarde.

Zo is de VEM-waarde bij een T-som van slechts 200 graden gemiddeld 1.050, terwijl bij 600 graden in 28 dagen gemiddeld 900 VEM wordt gemeten. Ook het suikergehalte daalt bij een hogere cumulatieve temperatuur, terwijl de NDF-waarde daarentegen stijgt bij een hogere T-som. Het ruweiwitgehalte vertoont geen relatie met de T-som. Ook deze trends zijn in 2020, 2021 en 2022 vergelijkbaar, dus voorspelbaar.

In het ruweiwitgehalte komt in het onderzoek de meeste 'praktijkruis' naar voren. Uitgezet tegen de T-som van de voorgaande 28 dagen is het een grote puntenwolk. Philipsen: 'Dat doet vermoeden dat het management een groot effect heeft.' Daarbij moet worden gedacht aan de (stikstof)bemesting, groeidagen (maaimoment) en vochtvoorziening. 'Dat biedt dus kansen en een stuur om de hoeveelheid eiwit van eigen land efficiënt tot waarde te brengen', zegt de Wageningse onderzoeker.


Elk seizoen een passend rantsoen

Om de kwaliteit van vers gras goed te kunnen benutten, wijst Philipsen op het belang van slim inspelen op de voorspelbaarheid van gras. Dat geldt voor de bijvoeding via krachtvoer en het aandeel snijmais. Maar nog belangrijker noemt de onderzoeker het aanleggen van een passende graskuil (of grasbalen) die aanvullend is/zijn op de te verwachten versgraskwaliteit in de weide.

'Zo past een eiwitarme graskuil goed bij eiwitrijk voorjaars- en najaarsgras en dient een kuil met een hoge verteerbaarheid en hoog ruweiwitgehalte in de zomer te worden gevoerd (tussen dagnummer 150 en 250)', zet Philipsen uiteen. Voor de winterperiode geldt dat hoe groter het aandeel gras, des te eiwitarmer mag de graskuil zijn om in het totale rantsoen voor het melkvee gemiddeld op 150 gram ruw eiwit per kilo droge stof uit te komen.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    7° / 3°
    10 %
  • Vrijdag
    4° / -1°
    10 %
  • Zaterdag
    5° / -2°
    5 %
Meer weer