Kijk beter naar sluipende gevolgen mycotoxinen

Naast aflatoxine zijn er meer mycotoxinen die direct of indirect schadelijk zijn voor mens en dier. Bij onbekende gezondheids- of prestatieproblemen is het goed naar deze gifstoffen uit schimmels in het veevoer te kijken. Dat valt te concluderen uit een seminar van Schothorst Feed Research.

Kijk+beter+naar+sluipende+gevolgen+mycotoxinen
© Varkens Archief

Mycotoxinen staan bij Schothorst Feed Research in de spotlight. Daarom hield het instituut een masterclass mycotoxinen, met op donderdag 19 en vrijdag 20 september een uitverkocht seminar met internationale deskundigen op het gebied van mycotoxinen.

Onderzoeker Regiane Rodrigues Santos van Schothorst Feed Research deed de afgelopen jaren onderzoek naar de effecten van mycotoxinen. Een van de resultaten van dit onderzoek is een boek waarin ze, met hulp van experts uit verschillende landen, alle informatie over mycotoxinen bij alle diersoorten op een rij zette.

'Varkens zijn de landbouwhuisdieren waarvan bekend is dat ze het meest gevoelig zijn voor mycotoxinen in het voer', stelt Santos op basis van haar onderzoek naar de gifstoffen. 'Misschien is het nog wel erger dan gedacht. Zeker bij combinaties van mycotoxinen. Daarvan kunnen de gevolgen ernstiger zijn dan de nadelen van die mycotoxinen apart. En in voer zitten altijd van die combinaties.'

De combinatie van schimmelstoffen kan nog negatiever uitpakken

Regiane Rodrigues Santos, onderzoeker bij Schothorst Feed Research

Zes mycotoxinen die bij varkens en andere dieren gezondheidsproblemen kunnen geven, zijn tot nu toe het meest bestudeerd. De eerste is aflatoxine (AFs) en vormen van aflatoxine die tijdens omzetting ontstaan, zoals AFB1 die onder andere leverschade veroorzaken en kankerverwekkend zijn. Ochratoxine (OTA) veroorzaakt uitdroging nierschade. Bij fumosine (FUM), de derde, kan oedeem in de longen optreden.

Zearalenone (ZEN) als vierde staat erom bekend dat het voornamelijk vruchtbaarheidsproblemen veroorzaakt. Deoxynivalenol (DON) leidt tot het weigeren van voer, overgeven, diarree en werkt negatief op het immuunsysteem. Als nummer zes kan T-2 toxine aanleiding zijn voor overgeven, maagzweren en bloederige diarree.

De afgelopen jaren zijn daar nog de enniatinen (ENN) en beauvericin (BEA) bijgekomen. Die lijken tot nu toe vooral negatieve effecten op het immuunsysteem te hebben. Deze toxinen hebben ook eigenschappen die tot afsterven van cellen kunnen leiden.


Voor alle mycotoxinen geldt dat de gifstof pas zichtbare schade veroorzaakt boven een bepaalde concentratie. Voor gifstoffen uit schimmels zijn dan ook maximaal aanvaardbare niveaus vastgesteld voor in voer en voedingsmiddelen.

Bij concentraties die onder de vastgestelde normen liggen, kan het immuunsysteem van mens en dier al minder goed functioneren. Ook kunnen de toxines dan al schade veroorzaken, waardoor dieren gevoeliger worden voor infecties, zoals Streptococcus suis.


Meer schade bij combinaties

Het wordt steeds duidelijker dat combinaties van mycotoxinen vaak ernstigere gevolgen hebben dan de gifstoffen afzonderlijk. Dus ook al zitten beide of meerdere mycotoxinen onder de aanvaardbare niveaus dan nog kunnen er negatieve effecten optreden. Daarnaast kunnen mycotoxinen de werking van ziekteverwekkers versterken.

Versterkende effecten zijn bijvoorbeeld gevonden bij de combinatie van DON en ENN. Uit onderzoek bij biggen blijkt dat een te hoog niveau van alleen ENN nauwelijks effect heeft. Met daarbij een DON-niveau van iets minder dan 1 milligram per kilo pakt de combinatie wel negatief uit voor uitval en groei. Op de zevende dag na het spenen is de groei gedaald met 33 gram per dag.


Geen herstel

Op de veertiende dag is er nog steeds een duidelijk effect merkbaar van de combinatie van DON en ENN. Het percentage zieke dieren stijgt dan naar 13,3 procent en de groei daalt met 43 gram per dag. Met alleen een van beide mycotoxinen heeft de groei zich op die dag weer hersteld.

Biggen en andere dieren kunnen dus wel wennen aan een te hoog niveau van een enkele mycotoxine, maar met combinaties lijkt dat minder het geval. Dit terwijl er wel vaak combinaties van mycotoxinen in het voer zitten.


Afbraakstoffen ook schadelijk

In mais en tarwe overheersen doorgaans ZEN en DON en ook stofwisselingsproducten van afbraak van deze toxines. Enkele van de stofwisselingsproducten zijn zelfs nadeliger voor de gezondheid dan het mycotoxine zelf.

In bijproducten van grondstoffen zitten doorgaans meer gifstoffen uit schimmels. 'Het gehalte aan mycotoxinen kan in DDGS, het bijproduct van bio-ethanol, wel tien keer zo hoog zijn als in tarwe', ziet Santos.

Verhoogde gehaltes worden ook bij andere bijproducten gevonden. In sojahullen zit bijvoorbeeld een hoog aandeel ZEN, maar ook ENN en BEA.


Vooral bij kwetsbare dieren

'Het is vooral opletten met mycotoxinen in voer voor de kwetsbare dieren', stelt Santos. 'Dat zijn bijvoorbeeld de gespeende biggen. OTA kan bij deze dieren leiden tot een abnormaal tryptofaan metabolisme. Dit wordt weer in verband gebracht met een toename van bijtgedrag. Bij dragende zeugen kan OTA leiden tot geboorte van kleinere biggen.'

Van de toxine ZEN is bekend dat deze nadelig uitpakt voor de vruchtbaarheid. Dat komt omdat de gifstof lijkt op het hormoon oestradiol. Daarom is het vooral opletten bij gelten die nog gedekt moeten worden en bij kraam- en guste zeugen. De cyclus van deze dieren wordt bij te hoge ZEN-gehalten onregelmatiger. Ook is dan sprake van embryonale sterfte, waardoor kleinere tomen worden geboren.

ZEN kan ook leiden tot een lagere spekdikte bij zeugen met een negatieve impact op de hoeveelheid colostrum, kon Santos concluderen naar aanleiding van onderzoek. Het doel van dat onderzoek was om alleen naar het effect van ZEN te kijken, maar dat lukte niet goed door de andere mycotoxinen in het voer.


Doorgeven via melk

De onderzoekers zagen wel dat ZEN via colostrum en melk kan overgaan van de zeugen naar de biggen. In dit onderzoek werden daarvan geen directe negatieve gevolgen gevonden. Wel vonden de onderzoeker een hogere absorptie van DON bij de biggen van de zeugen die veel ZEN in het voer kregen.

DON kan samen met mycotoxine T-2 wel negatief uitpakken, stelt Santos. Bij deze combinatie krijgen streptokokken meer kans bij biggen. Het aantal zieke biggen verdubbelt en ze zijn langer ziek. Daardoor was er in dit onderzoek 31 procent meer antibiotica nodig.

Meer onderzoek naar de effecten van combinaties van mycotoxinen blijft gewenst, was de basisconclusie op het seminar van Schothorst Feed Research. Belangrijk is om te weten of de mycotoxinen in het voer ook in het dier terechtkomen en hoe je dat kunt meten. De instelling onderzoekt onder ander of waarden in het bloed hiervoor een goede graadmeter zijn.



Mycotoxinen hebben een negatief effect op de eiwitten die verantwoordelijk zijn voor het stremmen van de melk.
Mycotoxinen hebben een negatief effect op de eiwitten die verantwoordelijk zijn voor het stremmen van de melk. © Twan Wiermans

'Liter melk per dag per koe minder'


Al bij een vrij normale hoeveelheid mycotoxinen in het voer produceert een koe zomaar 1 liter melk per dag minder. De mycotoxinen hebben ook nog eens een negatief effect op de geschiktheid van de melk voor het maken van kaas.

Dat stelt de Italiaanse onderzoeker en mycotoxinen-specialist Antonio Gallo. Hij dringt er al jaren op aan dat in de voedingsadviezen voor runderen het effect van mycotoxinen wordt meegenomen. Dat gebeurt nog maar nauwelijks. Ook het onderzoek dat is uitgevoerd door zijn eigen onderzoeksgroep en die van anderen is wat hem betreft nog veel te beperkt.

Tot nu toe staat wel vast dat de toxinen DON en FUM bij rundvee negatief uitpakken op de verteerbaarheid van het rantsoen en het immuunsysteem. Van ZEN is bij koeien ook een negatief effect te verwachten op de vruchtbaarheid.


Lastig onderzoek

Onderzoek naar het effect van mycotoxinen is niet eenvoudig. In ruwvoer, bijproducten en krachtvoer zitten namelijk altijd wel gifstoffen uit schimmels. Het effect van afzonderlijke mycotoxinen vaststellen is daardoor niet gemakkelijk. Omdat aflatoxine zo schadelijk is voor de mens ligt deze mycotoxine altijd wel onder de aanvaardbare grens. Van andere mycotoxinen zijn de gehalten vaak niet bekend.

Het is Gallo bij onderzoek wel gelukt om voer samen te stellen met een laag gehalte aan mycotoxinen en dit te vergelijken met een hoger gehalte. Waarbij het voer met het hogere gehalte dan niet eens zoveel afwijkt van de hoeveelheden mycotoxinen die in een normaal rantsoen zitten. Bij het onderzoek lag de aandacht vooral bij mycotoxinen uit de fusarium-schimmel.

Bij het lagere gehalte mycotoxinen steeg de gemiddelde melkproductie van de koeien met 1,14 kilo per koe per dag. De gifstoffen uit schimmels beïnvloeden de gehalten aan vet en eiwit niet merkbaar.


Effect op kaasproductie

Opmerkelijk is dat de mycotoxinen een negatief effect hebben op de eiwitten die verantwoordelijk zijn voor het stremmen van de melk. Van een liter melk is bij hogere gehalten toxinen minder kaas te maken. 'Dat is in Italië best wel een punt', zegt Gallo, 'want 55 procent van de totale Italiaanse melkproductie wordt verwerkt tot kaas.'



Bij pluimvee leidt een te veel aan mycotoxinen tot een slechtere vertering.
Bij pluimvee leidt een te veel aan mycotoxinen tot een slechtere vertering. © Marcel Berendsen

‘Pluimvee heeft toch last van mycotoxinen’


Het idee dat pluimvee weinig last heeft van mycotoxinen kan in de prullenbak, stelt onderzoeker Gunther Antonissen van Universiteit Gent. Onderzoeken die hij samen met collega’s heeft uitgevoerd, laten zien dat gifstoffen uit schimmels soms directe effecten hebben op de gezondheid en prestaties van pluimvee. Ook spelen er indirecte negatieve effecten.

Het idee dat pluimvee minder last heeft van mycotoxinen komt doordat ze deze gifstoffen in kleinere hoeveelheden opnemen dan varkens. Daardoor zouden de mycotoxinen niet zo snel negatieve effecten hebben.

Zo wordt bijvoorbeeld het mycotoxine citrinin (CIT) wel goed opgenomen. ‘Dat leek in eerste instantie geen negatieve effecten te hebben’, zegt Antonissen. ‘Maar CIT zorgt wel voor schade aan de mitochondriën, de orgaantjes in de cellen die zorgen voor de energiehuishouding. Dat maakt pluimvee gevoeliger voor infecties, zoals met het reo-virus. Bij een hoog CIT-niveau in het voer liep de sterfte op tot meer dan 25 procent bij kuikens met een leeftijd van twee tot vier weken.’


Lagere verteerbaarheid

Een ander negatief effect vond Antonissen bij de combinatie van DON en FUM in het voer. De verteerbaarheid van voer daalt hierdoor met 7 procent, waardoor ook de voerconversie verslechtert.

De darmwand kan door de impact van de mycotoxinen gaan lekken. Bacteriën en de endotoxinen die deze produceren, kunnen dan makkelijker van de darm in het bloed komen. Dat verband is al aangetoond voor clostridium; deze bacterie krijgt meer kansen. De combinatie van DON en FUM heeft bij vleeskuikens ook negatieve effecten op het beenwerk. Het aantal pootproblemen verdubbelt hierdoor bijna.

Mycotoxinen blijken slechts in zeer geringe hoeveelheden over te gaan naar de eieren. Wel kan voer verontreinigd met AFB1, DON en ZEN negatief uitpakken voor de broedeikwaliteit. Door laat embryonale sterfte daalt het uitkomstpercentage van de bevruchte eieren significant van 92,71 procent naar 88,13 procent.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    50 %
  • Zondag
    15° / 5°
    10 %
  • Maandag
    15° / 10°
    70 %
Meer weer