Kersentelers krijgen nog eenmaal vrijstelling voor middelen

De minister benadrukt dat de vrijstelling voor dit seizoen eenmalig is en dat voor eventuele verdere toelating van de middelen de officiële weg moet worden bewandeld. Dat gebeurt via de toelatingsprocedure, die onder meer via het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) loopt. Een gewasbeschermingsmiddel komt pas in aanmerking voor een vrijstelling als er sprake is van gevaar voor de teelt, als er bijzondere omstandigheden zijn en het gevaar niet op een andere manier te bestrijden is.

Bij elke vrijstelling verricht het Ctgb ook een inhoudelijke beoordeling van de risico’s voor mens, dier en milieu. Op basis van deze adviezen komt Adema, in afstemming met de minister van Infrastructuur en Waterstaat, tot een besluit per vrijstellingsaanvraag. De minister vindt het van belang deze procedure zorgvuldig te volgen.

Betere naleving

Bij de afweging om toch weer een tijdelijke vrijstelling te verlenen, weegt Adema mee dat de toepassingsvoorwaarden van de middelen door kersentelers vorig jaar veel beter werden nageleefd dan in het verleden. Hij geeft aan dat de naleving van de voorwaarden in 2023 door 42 procent van de telers serieus werd genomen. In het verleden werd dit door 92 procent niet gedaan.

De vrijstelling is tot stand gekomen dankzij een ruime meerderheid in de Tweede Kamer. Op 26 april werd een motie van fractievoorzitter Caroline van der Plas (BBB) aangenomen, waarin de minister werd verzocht een vrijstelling te verlenen. Om correcte naleving van de middelen te borgen, stelt Adema het verplicht dat de levering plaatsvindt via gecontroleerde distributie.

Kersenteelt in Nederland

De Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) is blij met dit besluit. De organisatie was bang dat door het wegvallen van de middelen de kersenteelt uit Nederland zou verdwijnen. Ze is het ermee eens dat het aanvragen van vrijstellingen geen langetermijnoplossing is. Sinds 2015 wordt jaarlijks een vrijstelling voor een jaar verleend door het ministerie.

De NFO geeft aan de verantwoordelijkheid te voelen volgend jaar tot een reguliere oplossing of toelating te komen, schrijft ze in een reactie. Dit wil de organisatie gezamenlijk doen met de sector, toelatingshouders, het ministerie en het Ctgb. 'In andere landen bestaat een reguliere toelating, dus we streven ernaar dit ook voor de Nederlandse kersenteelt te realiseren, voor aanvang van het teeltseizoen 2025.'

Voorschriften stipt naleven

Het is volgens de NFO van cruciaal belang dat de voorschriften voor toepassing stipt worden nageleefd, om de veiligheid van het gebruik en de bescherming van het milieu te waarborgen. 'Wij blijven ons inzetten om onze leden te informeren en te ondersteunen bij het naleven van deze voorschriften.'

Een plan van aanpak is opgesteld door de NFO, in samenwerking met experts en onderzoekers uit de sector, om alternatieve bestrijdingsmethoden te verkennen en ontwikkelen. Samen met het ministerie wil de fruittelersorganisatie verdere invulling geven aan dit plan.