Steeds meer oude én jonge bedrijfshoofden in agrarische sector

Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2023 was bijna 20 procent van de bedrijfshoofden in de landbouw 67 jaar of ouder. In 2013 was dat nog 17 procent. Het aandeel bedrijven met een bedrijfshoofd jonger dan 40 jaar nam tegelijkertijd ook toe, van 7,5 naar 9,4 procent. In absolute zin nam het aantal bedrijven in die periode wel sterk af, van ruim 67.000 naar ongeveer 51.000.

De meest vergrijsde sector in de landbouw is de akkerbouw, waar vorig jaar 29 procent van de bedrijfshoofden minimaal 67 jaar oud was. Ook bij gemengde en graasdierbedrijven was het aandeel bedrijfshoofden in deze leeftijdscategorie vrij groot. In totaal telt Nederland bijna 10.000 agrarische bedrijven met een bedrijfshoofd dat ouder is dan 67 jaar.

In 2023 waren er 4.770 agrarische bedrijven die werden geleid door een bedrijfshoofd jonger dan 40 jaar. De tuinbouw was de sector met het grootste aandeel bedrijfshoofden jonger dan 40 jaar (12 procent), gevolgd door de hokdierensector en graasdierhouderij.

Vaker groot bedrijf

Opvallend is dat jonge boeren relatief vaak een bedrijf hebben met een opbrengst groter dan 1 miljoen euro. In die klasse wordt 15 procent geleid door een bedrijfshoofd dat jonger is dan 40 jaar. Met iets meer dan 6 procent was het aandeel bedrijfshoofden van 67 jaar of ouder in deze klasse het kleinst.

In de categorie kleinste bedrijven, met een opbrengst tot 25.000 euro, zijn vooral veel bedrijfshoofden ouder dan 67 jaar te vinden. Van de ruim 8.000 agrarische bedrijven in deze klasse heeft ruim 38 procent een bedrijfshoofd van die leeftijd, tegenover 8 procent jonger dan 40 jaar.