Gezonde marktvraag biedt mogelijkheid voor meer areaal witlof

Een kleiner areaal, lagere opbrengsten en een gezonde vraag brengen de witlofmarkt beter in balans. Nieuwe pennentelers zien daardoor toekomst. Maar die moeten volgens commissionair Bart Wezenberg wel van een uitdaging houden.

Gezonde+marktvraag+biedt+mogelijkheid+voor+meer+areaal+witlof
© Niels van der Boom

Na een piek in 2021 kromp het areaal witlofpennen in Nederland twee jaar op rij. In de twee decennia daarvoor schommelde het tussen de 3.000 en 4.000 hectare. Dat was vorig jaar slechts 2.380 hectare. Dat is het kleinste areaal in de geschiedenis van de akkerbouwmatige teelt. Vooral in de traditionele teeltgebieden als Flevoland en Zuidwest-Nederland is sprake van krimp.

Ondanks dat het aantal witloftrekkers de laatste decennia fors terugliep, blijft een goede vraag naar pennen merkbaar. Hierdoor stegen de geboden contractprijzen behoorlijk tot een niveau van 5,5 tot 6 eurocent per wortel. Dat was vijf jaar geleden net iets meer dan 3 cent.


Meer interesse

'De interesse in de teelt van witlof neemt weer toe', zegt Bart Wezenberg. Witlof zit in zijn genen, al sinds het gewas vanaf de jaren vijftig vanuit de Noordoostpolder naar Overijssel kwam, in de omgeving van IJsselmuiden. De professionalisering van het gewas en overstap van de grondteelt naar hydrocultuur maakte hij allemaal mee. Dertig jaar lang had hij zelf een witloftrekkerij. Nu is hij als commissionair actief.

De teelt kan nu goed concurreren met graan of suikerbieten

Bart Wezenberg, commissionair

'Ik ben de schakel tussen de teler en de trekker', legt Wezenberg uit. 'Bij de boer aan tafel behartig ik de belangen van de trekker. Andersom doe ik dat ook voor de teler bij de trekker. Wanneer wil de trekker de pennen verwerken, wat is de grondsoort en welk ras past daar het beste bij? Allemaal factoren die sterk meewegen en uiteindelijk het rendement maken of breken. Witlof telen is topsport, zeg ik altijd.'


Telen uitgangsmateriaal

De gestegen contractprijzen wekken interesse, maar telers moeten zich er niet op blindstaren, stelt de commissionair. 'Witlof is een tweejarig gewas. Het eerste jaar bij de akkerbouwer op het veld en het jaar daarop bij de trekker in de schuur. Wat in het eerste jaar goed of fout gaat, kom je in het tweede jaar tegen. In wezen teel je uitgangsmateriaal. Daarom proberen we in de pennenteelt te sturen op het beste eindproduct.'

Het groeiseizoen voor pennen duurt 23 weken, krop trekken 23 dagen. 'Alles wat in die eerste periode gebeurt, zie je terug. Haperingen in de groei, hoe is de opname van mineralen en hoe verliep de afrijping en oogst', legt Wezenberg uit.


Net een spons

'Het begint met goede grond en een goede teeltvoorbereiding. Ook de vorm van de perfecte wortel is van belang. Een wortel is net een spons die nutriënten opneemt en weer afgeeft. We hechten daarom veel waarde aan het beste oogstresultaat met een uniforme penlengte. Met gespecialiseerde loonwerkers en verbeterde machines lukt dat goed', zegt de commissionair.

Juist het oogstmoment vanaf half oktober wanneer het gewas is afgerijpt, is voor akkerbouwers een knelpunt. Laat in het jaar en geregeld onder natte omstandigheden. Zeker afgelopen najaar was het een strijd om de pennen te oogsten.


Weinig grondverplaatsing

'Ik snap de zorgen, maar de teelt is meer dan het oogstmoment', zegt Wezenberg. 'Je hebt weinig grondverplaatsing. Daarnaast rooi je de bovenste 15 centimeter van de pen. De plant wortelt wel 1,5 meter diep, waarmee het een geweldige structuurverbeteraar is. Het grootste deel blijft achter. Naarmate dit verteert, ontstaan gangen in de grond die de doorlaatbaarheid verbeteren.'

Het andere kritische moment is de opkomst. 'Dat is 90 procent geduld en 10 procent hardlopen', lacht de witlofspecialist. 'Het begint met de rugopbouw. Die is cruciaal. De grond moet voldoende fijn zijn.' Zaai niet te vroeg is zijn devies, maar wacht tot de grond voldoende is opgewarmd. 'Een week of twee later zaaien betekent niet dat je ook later oogst. Vorig jaar waren de beste percelen de gewassen die we in de derde week van juni zaaiden.'


Verdwijnen Bonalan

In het groeiseizoen moet onkruid worden bestreden. Met het verdwijnen van onder meer Bonalan wordt dat een uitdaging. Gelukkig kan witlof goed worden geschoffeld. In het seizoen moet het gewas tegen botrytis en sclerotinia worden beschermd. Wat betreft bemesting heeft witlof weinig eisen. Voor de wortelkwaliteit zijn kali, magnesium en sulfaat cruciaal.

Wezenberg: 'Witlof houdt van schraal land. Strooi je te veel stikstof, dan ontwikkelt het gewas alleen maar blad. Daarnaast is er het risico dat de pennen niet goed afrijpen, waardoor ze te actief de bewaring in gaan.'


Flevoland favoriet

Vanwege de relatief homogene samenstelling en afslibbaarheid is Flevoland en dan vooral de Noordoostpolder, favoriet voor de witlofteelt. Inmiddels heeft Wezenberg ook in veel andere delen van Nederland ervaring. Door te krappe teeltrotaties en intensieve bouwplannen is witlof in de polder niet altijd meer een optie.

'Klei- en zavelgrond tot 30 procent afslibbaar zijn geschikt voor de teelt', weet de commissionair. 'Belangrijk is dat het organischestofgehalte niet te hoog is. Een 1-op-6-rotatie is het minimum. Graan als voorvrucht is wenselijk.'


Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

In het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is witlof volgens Wezenberg lastiger vanwege de oogstdatum, maar tegelijkertijd levert het gewas ook stikstofruimte op en is het als winterteelt aangemerkt.

Voor wat betreft de markt ziet de commissionair dat vraag en aanbod nu in balans zijn in de sector. De prijs hoeft daarom niet te dalen, meent hij. 'De teelt kan nu goed concurreren met alternatieven als graan of bieten. Ik ben daarom zeker positief over de toekomst.'


Witlofpennen hebben een vaste plek op het bedrijf van de Zeeuwse akkerbouwer Jacky Dieleman.
Witlofpennen hebben een vaste plek op het bedrijf van de Zeeuwse akkerbouwer Jacky Dieleman. © Niels van der Boom


'Door betere techniek naar 180.000 pennen per hectare'

De witlofteelt was jarenlang een vast gegeven in het bouwplan van akkerbouwbedrijf Dieleman in het Zeeuwse Philippine. 'Maar door aanbod uit Noord-Frankrijk kwam het rendement onder druk te staan en verdween de teelt op ons bedrijf en bij collega's in Zeeuws-Vlaanderen', vertelt Jacky Dieleman, die het bedrijf runt met zijn vader Tonnie. 'Op het hoogtepunt stond er 250 hectare aan witlofwortels in dit deel van Zeeland. Dat liep terug tot zo'n 20 hectare. Dit jaar denk ik dat het alweer 60 hectare is.' Dieleman is goed gemechaniseerd en kon de teelt bijna volledig zelf uitvoeren. 'Dat kon omdat we op 75 centimeter brede aardappelruggen teelden, maar dit jaar stappen we over op 50 centimeter. Een loonwerker uit Zuid-Beveland moet het werk nu uitvoeren, want in de buurt zijn geen machines meer aanwezig. Daar staat tegenover dat hopelijk de productkwaliteit toeneemt. Daarom biedt de afnemer een hogere contractprijs.' Door verbeterde mechanisatie en nauwkeurig beregenen bij opkomst is Dieleman al van 120.000 naar 180.000 pennen per hectare gegaan. 'De eerste vier dagen na opkomst zijn cruciaal voor het uiteindelijke aantal pennen.' Voor zijn eigen bedrijf vindt Dieleman 10 hectare witlofpennen behapbaar. Grote uitdaging wordt het gemis van Bonalan, Safari en Dual Gold bij de onkruidbestrijding dit seizoen. 'Het komt nog meer op schoffelen aan. Maar ook dat gaat beter met ruggen van 50 centimeter.' Voorvrucht voor de teelt is tarwestoppel of bietenland. De lage stikstofbehoefte van witlof ziet Dieleman als voordeel voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, zeker in combinatie met luzerne.

Bekijk meer over:

Lees ook

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer