Veel dikhalzen in uienoogst 2023 door lastige start groeiseizoen

Het groeiseizoen voor de Nederlandse zaaiuien startte vorig jaar later dan normaal. Het voorjaar was nat, waardoor akkerbouwers pas laat konden zaaien. Toen het zaad eenmaal in de grond zat, kwam de regen met bakken uit de lucht. De bodem verslempte of er ontstond korstvorming, waardoor de uien moeizaam en in doorgaans lage aantallen bovenkwamen.

Vervolgens werd het in juni kurkdroog. Door de droogte verliep de jeugdgroei van het gewas traag en was her en der sprake van tweewassigheid. 'Een late zaai vindt de ui niet leuk', weet De Visser. 'Richting de zomer wordt de daglengte al snel minder. Voor een goede impuls tot bolvorming is een daglengte van 11 tot 12 uur nodig. Lukt dat niet, dan heeft het gewas uiteindelijk meer groeidagen nodig.'

Onvoldoende stimulatie tot bolvorming

Wanneer de omstandigheden de planten onvoldoende stimuleren tot bolvorming, ontstaan dikhalzen. Deze uien blijven groene bladschijven vormen en gaan niet in rust. Het verschijnsel komt vooral voor wanneer te laat wordt gezaaid en te weinig planten bovenkomen. Precies wat in het voorjaar van 2023 gebeurde, bevestigt De Visser.

Volgens de projectleider van Uireka waren er ook veel dikhalzen door problemen met de bodemstructuur. 'Veel telers hadden een zaaibed klaargelegd waarna het ging regenen. Daarna moesten ze onder natte omstandigheden nogmaals het zaaibed klaarleggen. Dat kwam de structuur niet ten goede', legt hij uit.

2023 was een bijzonder jaar wat betreft het weer. Tussen 13 oktober en 12 november viel zo'n 240 millimeter regen. Niet eerder had zoveel geregend in dertig dagen. Daarvoor, rond half maart, viel binnen hetzelfde tijdsbestek al de grootste hoeveelheid regen sinds 1906. De kletsnatte herfst denderde daaroverheen en verbrak het record.