NVWA stuit op wratziekte in Noordoost-Nederland

De NVWA controleert ieder jaar samen met keuringsdienst NAK of de ziekte, die wordt veroorzaakt door de schimmel Synchytrium endobioticum, in de Nederlandse aardappelteelt voorkomt. Dit jaar is in de reguliere professionele aardappelteelt geen wratziekte vastgesteld.

Van de vondst op het proefveld in het noordoosten van het land is het nog onbekend om welke fysio het gaat. De besmetting op het proefveldperceel is aangetroffen in enkele kleine proefveldjes. Bij nader onderzoek vonden de NVWA en NAK ook op en rond de kopakker knollen met symptomen van wratziekte. De mogelijke bron van deze besmetting is nog onduidelijk.

Voor het proefveldperceel geldt een aardappelteeltverbod voor twintig jaar en op de aanliggende bufferzone een verplichte teelt van resistente aardappelrassen. In deze bufferzone mag geen voortkwekingsmateriaal van rooigewassen worden geteeld.

Vondst in volkstuin

Voor het eerst sinds decennia heeft de NVWA ook wratziekte aangetroffen in een volkstuin. Deze volkstuin maakt deel uit van een volkstuincomplex. Ook hiervan is de besmettingsbron niet bekend. Onderzoek in compost, mest, pootgoed en beregeningswater heeft niets opgeleverd.

Wanneer wratziekte bij een particuliere teler wordt aangetroffen, gelden andere afwegingen voor de te nemen maatregelen dan bij vondsten in de professionele teelt. Bij particuliere teelt zijn de risico's op verspreiding lager, onder meer omdat het om kleine hoeveelheden aardappelen gaat. De NVWA beraadt zich over eventuele proportionele maatregelen.

Net als bij de vondst op het proefveldperceel is het niet duidelijk om welk fysio het gaat. De NVWA verwacht dat dit omstreeks maart 2024 (volkstuin) en in juni (2024) bekend is. De NVWA en NAK controleren jaarlijks ongeveer vierhonderd percelen op wratziekte. De afgelopen drie jaar werd in de professionele aardappelteelt de schimmel op meerdere percelen in Noordoost-Nederland aangetroffen.