Nitraatnorm lijkt goed haalbaar in aardappelpilot

Van ongeveer dertig steken per plotje maakt Jos Raedts mengmonsters om de hoeveelheid reststikstof in de bodem te bepalen. De monsters worden gestoken op dieptes van 0 tot 30 centimeter en 30 tot 60 centimeter. De plaats van handeling was enkele weken geleden het demoveld met dertig aardappelrassen op proefboerderij Vredepeel. Het doel van de demo is per ras bepalen wat de verschillen zijn in nitraatuitspoeling.

Raedts is eigenaar van het bedrijf Raedts Agro, dat gespecialiseerd is in bodemonderzoek en bodemadvisering. Het demoveld in Vredepeel is samen met een vergelijkbaar demoveld op proefbedrijf Westmaas onderdeel van de pilot 'Duurzame consumptieaardappelteelt in ketenperspectief'. Op het tweede demoveld met veertig verschillende rassen heeft Raedts de monstername ook uitgevoerd.

De monsters zijn deze week geanalyseerd en volgens Guido Schriever, projectleider van de aardappelpilot, blijkt daaruit dat terugdringen van nitraatuitspoeling mogelijk is. In de demo's zijn rassen getest met een lagere stikstofbehoefte bij een stikstofgift van 175 kilo per hectare. 'Zowel op klei als op zand is de nitraatnorm goed haalbaar.'

Sporenelementen

In Westmaas is over alle plotjes in de bovenste 30 centimeter van het bodemprofiel 10 tot 30 kilo aan reststikstof gemeten. Op het demoveld in Vredepeel varieerde dit van 9 tot 21 kilo voor de laag van 0 tot 30 centimeter en 5 tot 6 kilo voor de laag van 30 tot 60 centimeter. 'Dat zijn echt lage waarden', constateert Schriever. 'En het mooie is dat, ondanks de beperkte hoeveelheid stikstof in de bodem, het gewas goed doorgroeide. Dat komt vooral doordat het lage stikstofniveau de plant stimuleert meer sporenelementen op te nemen.'

Om de opname van de voedingsstoffen door het gewas te optimaliseren, is bij een aantal demo's op praktijkbedrijven de beperkte stikstofgift gecombineerd met het toepassen van biostimulanten. De meerwaarde daarvan is volgens Schriever onder meer het actief houden van de wortelharen.

Als voorlopige conclusie op basis van de analyseresultaten durft Schriever wel te stellen dat het probleem van de nitraatuitspoeling na aardappelteelt oplosbaar is. 'Bij de opzet van de demo's hadden we wel verwacht dat de hoeveel reststikstof in de bodem kan worden beperkt met aanpassing van de bemestingsstrategie. Deze resultaten bevestigen dat.'

Finetunen

Voor de definitieve conclusies worden de analyseresultaten nog afgezet tegen de opbrengsten van de verschillende plotjes. Op basis daarvan moet meer duidelijk worden over de gewenste bemestingsgiften en verdere teeltstrategie. 'We zullen nog behoorlijk moeten finetunen', verwacht Schriever. 'Met de verschillen in mineralenbehoefte van de rassen en eventueel de toepassing van biostimulanten, wordt de teelt van aardappelen alleen maar ingewikkelder.'

Schriever ziet de resultaten van de demoproeven vooral als een stap om geleidelijk afscheid te nemen van de traditionele aardappelteelt. 'Het is belangrijk om nu goed te experimenteren. Komend jaar willen we de demo's opschalen naar praktijkniveau en meer werken met de gerichte inzet van biostimulanten. Dan gaan we ook kijken naar de effecten van lagere stikstofniveaus in aardappelen op de plantgezondheid. Want die worden op den duur een grotere uitdaging dan de nitraatuitspoeling.'