Kabinet steunt Brussels plan voor versoepeling gentechregels

De Europese Commissie vindt dat de regelgeving voor genetisch gemodificeerde organismen (gmo) achterblijft bij de huidige technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen. Ook het kabinet vindt de huidige gmo-regelgeving niet geschikt om planten en hun producten, die zijn verkregen door gerichte mutagenese of cisgenese, te reguleren. Daarom verwelkomt het kabinet het voorstel uit Brussel.

Het voorstel van de Europese Commissie voorziet in een tweedeling in gmo-regelgeving. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de milieurisicobeoordeling en de bijbehorende toelatingsprocedure.

Conventionele veredeling

In de ene categorie vallen planten en hun producten die ook met conventionele veredeling kunnen ontstaan. Het risico van deze planten en producten is vergelijkbaar met planten afkomstig van conventionele veredeling en natuur. Daarom is de gmo-regelgeving niet van toepassing en is er dus geen etiketteringsplicht, vindt de Europese Commissie. Het kabinet deelt deze opvatting.

In de andere categorie vallen de planten en producten die ontstaan bij transgenese, waarbij eigenschappen van andere planten worden ingebracht. Voor deze categorie worden aangepaste toelatingsprocedures voorgesteld. Het kabinet steunt de opsplitsing tussen twee categorieën, omdat niet op voorhand kan worden geconcludeerd dat planten uit de tweede categorie even veilig zijn als conventioneel veredelde planten.

Vanwege de grote variëteit van planten en hun producten in de tweede categorie steunt het kabinet dat van geval tot geval moet worden bepaald op welke wijze de aangepaste milieurisicobeoordeling proportioneel is en hoeveel gegevens nodig zijn voor de risicobeoordeling.

Gelijkwaardigheidscriteria

Ook vindt het kabinet dat er heldere gelijkwaardigheidscriteria en duidelijke definities moeten zijn om het onderscheid tussen planten die wel en planten die niet vergelijkbaar zijn met conventioneel veredelde planten te kunnen maken. Zo wordt onduidelijkheden in de uitvoering voorkomen.

Daarnaast zal het kabinet in Brussel aandacht vragen voor regelgeving die toekomstbestendig is, zodat de regelgeving in de pas blijft lopen met de snelle ontwikkelingen op dit terrein.

Biologische sector

De biologische sector heeft de Europese Commissie verzocht om het voorstel over de gentechnieken tegen te houden. Het kabinet heeft volgens Bruins Slot respect voor de wens van de biologische sector, maar vraagt zich wat betreft de planten uit de eerste categorie af of dit wettelijk in dit voorstel is vast te leggen. Het kabinet plaatst vooral kanttekeningen bij de de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het verzoek van de sector.

De Europese lidstaten zijn verdeeld over dit voorstel. Lastige onderwerpen voor een aantal lidstaten zijn bijvoorbeeld keuzevrijheid, traceerbaarheid en de positie van de biologische sector. De positie van het Europees Parlement ten aanzien van het wetsvoorstel is nog niet bekend. Wel is de verwachting van het kabinet dat ook in het Europees Parlement de meningen over dit voorstel verdeeld zijn.