NVWA: 'Geen verhoogde staat van alertheid door oosterse fruitvlieg'

De verhoogde staat van waakzaamheid in België houdt in dat het voedselagentschap telers vraagt om gewassen bewust te controleren op de aanwezigheid van de oosterse fruitvlieg. 'Wanneer het insect wordt aantroffen, vragen wij telers dat direct te melden', meldt het FAVV. 'Het is dan aan ons om na te gaan of het om een alleenstaand geval door de import van besmet fruit of een uitbraak gaat.'

In het eerste geval volgen inspanningen om de oorsprong van de besmetting te achterhalen en verdere verspreiding tegen te gaan. Mocht het gaan om een uitbraak, dan wordt een veiligheidsperimeter opgezet rond de plaats waar de oosterse fruitvlieg is aangetroffen. 'Daarbinnen gelden strenge maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen', benadrukt het Belgische voedselagentschap.

De stappen die in België worden gezet, zijn niet geheel vrijwillig. 'Europese wetgeving schrijft voor dat bij het aantreffen van dit organisme bij importinspecties op tropische vruchten de betreffende zending vernietigd of retour moet worden gestuurd', legt woordvoerder Lex Benden van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) uit. 'Het exportland wordt daar doorgaans van op de hoogte gebracht via een officiële notificatie.'

Kleine kans op vestiging in Nederland

Het grootste gevaar van de oosterse fruitvlieg Bactrocera dorsalis is dat de larven het vruchtvlees van fruit verorberen. Daardoor worden producten ongeschikt voor consumptie. De schade kan groot zijn. Toch wordt de alertheid in Nederland niet verhoogd. 'Het betreft een nadrukkelijk tropische boorvlieg, waarbij vooral risico is op vestiging in zuidelijk Europa', licht Benden toe. Verder acht de NVWA de kans dat er vestiging plaatsvindt in glastuinbouwgewassen als onwaarschijnlijk.

Ook de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) maakt zich nog weinig zorgen. 'De grote vraag is of dit insect zich kan handhaven als het een keer met importfruit meekomt', stelt NFO-beleidsspecialist Jaco van Bruchem. 'In de internationale werkgroep Fruit spreken we veelvuldig over knelpunten en aandachtspunten bij de beheersing van ziekten en plagen. Daar staat dit insect ook op de agenda. Maar verder dan een enkele vondst in Zuid-Europa is het gelukkig nog niet gekomen.'