'Veldbonen vervangen dure biologische raap en soja'

Na een wisselend groeiseizoen staan de veldbonen van biologisch akkerbouwer René Cruijsen in het Gelderse Dreumel er goed bij. De veldbonen zijn een prima eiwitvervanger in het rantsoen voor het melkvee dat Cruijsen ook heeft.

%27Veldbonen+vervangen+dure+biologische+raap+en+soja%27
© Dick van Doorn

De oudste broer van René Cruijsen nam het ouderlijk bedrijf over. Toch wilde Cruijsen zelf ook boer worden. Daarom begon hij in 1981 met 5 hectare grond en honderd zeugen aan de Papesteeg in Dreumel. Geleidelijk breidde hij het bedrijf steeds meer uit.

Het bedrijf telt nu 60 hectare akkerbouw en 110 hectare staat in dienst van het melkveebedrijf. Het gaat daarbij om honderd melkkoeien en tachtig stuks jongvee. Verder heeft familie Cruijsen nog twintig Brandrode runderen die worden verkocht voor het vlees. Naast zijn eigen bedrijf, is Cruijsen ook al twintig jaar actief als voorzitter van zuivelcoöperatie Eko-Holland.

Het bedrijf van René en Petra Cruijsen en hun opvolgers zoon Tom en schoondochter Daisy is biologisch en grondgebonden. De grond bestaat uit rivierklei met een afslibbaarheid van 35 tot 40 procent.

Voor vermarkten van bioveldbonen voor menselijke consumptie is nog geen animo

René Cruijsen, akkerbouwer en melkveehouder in Dreumel

Van de 60 hectare akkerbouw wordt op 12 hectare consumptieaardappelen geteeld, zowel voor het tafelsegment als voor frites. Op 25 hectare staat mais, waarvan 12 hectare voor het eigen melkvee en 13 hectare voor de verkoop.


Eigen potstalmest dient als voeding voor de gewassen.
Eigen potstalmest dient als voeding voor de gewassen. © Dick van Doorn

Sinds 2002 wordt op 10 hectare pompoenen geteeld voor de consumptie. Die zijn volgens Cruijsen vrij moeilijk te telen. 'Bij opkomst van de plantjes moet het zaaibed perfect zijn, zodat je het onkruid goed mechanisch kunt wieden.' De pompoenen worden afland geleverd vanwege de beste kwaliteitsgarantie.

Cruijsen gebruikt alleen dierlijke mest voor de bemesting van zijn akkerland. De mest die hij op het land brengt, bestaat voor 80 procent uit potstalmest van het eigen melkvee en voor 20 procent uit drijfmest van biologische varkens- of pluimveehouders. Met de organische mest brengt hij veel organische stof in de bodem. Lopend over zijn percelen laat hij dit ook zien. 'Je ziet gewoon dat de rivierkleibodem het vocht goed vasthoudt. Ook na de droogte begin deze zomer was dat een groot voordeel.'


Pletten en inkuilen

Cruijsen heeft 8 hectare winter- en zomerveldbonen staan. Hij ook kiest voor winterveldbonen omdat deze bonen goed zijn te pletten en geschikt zijn voor inkuilen. 'De zomerveldbonen kun je juist droog opslaan en iedere dag pletten en vers voeren aan de kalveren en het jongvee.'

De winterveldbonen staan er dit jaar heel goed bij. Sommige stengels zijn bijna 1,8 meter. Dat de veldbonen het zo goed doen, komt ook door de maatregelen voor teeltoptimalisatie die de Dreumelse akkerbouwer de afgelopen jaren nam.

Zo worden de winterveldbonen half oktober gezaaid en de zomerveldbonen half maart. Cruijsen: 'De kleigrond wordt vooraf geploegd of losgetrokken en daarna fijngemaakt, eigenlijk vergelijkbaar met de grondbewerking voor het inzaaien van tarwe.'


Al twintig jaar lang teelt Cruijsen ook jaarlijks 4 tot 5 hectare cichorei.
Al twintig jaar lang teelt Cruijsen ook jaarlijks 4 tot 5 hectare cichorei. © Dick van Doorn

Met het telen van veldbonen startte het bedrijf in 2020. Sindsdien krijgt het melkvee de bonen als krachtvoer. 'Ze vervangen de biologische raap en soja die ik voorheen als eiwitbron door het voer mengde', vertelt Cruijsen. 'Die biologische producten aankopen is peperduur. Door nu veldbonen te voeren, heb ik mijn kostprijs behoorlijk verlaagt.'

Cruijsen werkt toe naar volledig zelfvoorzienend zijn voer voor het melk- en jongvee. 'Vandaar ook dat wij de wintertarwe en -gerst aan het melkvee voeren.'

Van de mais wordt ook korrelmais gemaakt. De vermarkting van de voerproducten, op restjes na, is voor Cruijsen geen optie. 'De veldbonen vermarkten voor menselijke consumptie of leveren aan bedrijven die er vleesvervangers van maken, daar is nog geen animo voor.' De ondernemer stelt verder dat de nieuwe voerstrategie geen negatieve invloed heeft op de vet- en eiwitgehaltes van het melkvee.


Hoge stikstofreductie

Veldbonen zorgen voor een hoge stikstofreductie. Als vlinderbloemig gewas halen ze stikstof uit de lucht. ‘Dat past perfect bij de biologische gedachte van ons bedrijf’, stelt Cruijsen. ‘Veldbonen hoef je niet te bemesten, dus minder mestverbruik, arbeid en kosten. Verder heeft het gewas weinig last van ziektes, hooguit de ‘chocoladeziekte’ die vooral bij de afrijping toeslaat.’ Het gewas vraag een 1-op-6 rotatie.

Al twintig jaar teelt Cruijsen ook jaarlijks 4 tot 5 hectare cichorei. Een Belgische familie vroeg hem dit gewas op contract te telen. 'Mijn biologische cichorei wordt gebruikt voor de productie van zoetjes die je in de koffie doet. Het gewas vraagt de juiste grondsoort en een goed zaaibed om op gang te komen. Daarna is het prima biologisch te telen.'


Bedrijfsgegevens

Naam: René Cruijsen Plaats: Dreumel (GD) Bedrijf: Biologisch akkerbouw- en melkveebedrijf Grootte: 170 hectare. Cruijsen heeft 60 hectare akkerbouw en 110 hectare is bedoeld voor het melkveebedrijf met honderd melkkoeien en tachtig stuks jongvee. Het doel is zelfvoorzienend zijn qua voer voor het melk- en jongvee. De veldbonen, wintertarwe en wintergerst gaan als krachtvoer in het rantsoen voor de koeien.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer