Tuinbouw streeft naar meer biodiversiteit

Daarom introduceert Greenport West-Holland de visie 'Biodiversiteit in en om de kas: volle bloei en in balans'. Deze visie heeft tot doel de biodiversiteit in en rondom de kas te vergroten.

'Als sector moeten we toe naar een halvering van het middelengebruik en hebben we over drie jaar aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen. Als we niet met deze thema's aan de slag gaan, komen we in dezelfde problemen terecht als de veehouderij nu met de stikstofproblematiek', houdt Stilma de aanwezigen voor.

Natuur als inspiratiebron

Bij natuurinclusief telen dient de natuur als inspiratiebron, legt Stilma uit. 'De natuur leeft op zonlicht, gebruikt alleen de energie die zij daadwerkelijk nodig heeft, recyclet materialen, werkt zo lokaal mogelijk en stimuleert samenwerking.' Een groot voordeel van natuurinclusief telen is volgens haar dat meer biodiversiteit voor een weerbaarder gewas, goed leefklimaat voor natuurlijke vijanden en betere waterkwaliteit kan zorgen.

Een van de telers die is overgestapt naar natuurinclusief telen, is Harry Wubben van Funny Santini in het Zuid-Hollandse Nootdorp. 'Natuurlijk vergt het een omslag in denken en doen. Je moet leren met de natuur mee te denken', zegt hij tijdens het symposium.

Op zijn bedrijf is de focus gelegd op het terugbrengen van de wortels naar een natuurlijker milieu. Daardoor heeft Wubben minder chemische middelen en kunstmatige stoffen nodig tijdens de teelt. 'In mijn ogen is de basis van weerbaarheid een goed bodemleven.'

Biologische bestrijders

Maar er zijn meer manieren om het principe van natuurinclusief telen toe te passen, bewijst Pieter Stolk van Stolk Brothers. Deze anthuriumproducent in het Zuid-Hollandse Bergschenhoek focust vooral op de inzet van biologische bestrijders en biostimulanten. Daarbij is de samenwerking binnen en buiten de kas belangrijk. 'Met een insectenhotel en inheemse planten kun je natuurlijke vijanden de kas binnentrekken', legt Stolk uit.

Vier telers in het Oostland experimenteren hier, als onderdeel van een project van Glastuinbouw Nederland, ook mee door 250 vierkante meter natuur rondom hun kas te realiseren. Wageningen University & Research (WUR) monitort gedurende twee jaar de insecten in deze velden. 'Uit de eerste resultaten blijkt dat we in kruidlagen meer sluipwespen en lieveheersbeestjes vinden', zegt WUR-onderzoeker Gerben Messelink.

Tegelijkertijd zijn in bloemrijke stroken meer tripsen aangetroffen. Of dat een risico is, durft Messelink niet te zeggen. 'We willen eerst onderzoek doen naar optimalisatie van de soorten planten in bloemrijke stroken versus het aantal natuurlijke vijanden.'

Vragen over verdienmodel

Het enthousiasme dat de praktijkcases bij de aanwezigen oproept, wordt enigszins tenietgedaan door onzekerheid over het verdienmodel. 'Het huidige voedselsysteem leidt tot steeds hogere maatschappelijke kosten. Die kosten worden nog niet meegenomen in de marktprijs', onderschrijft Gerry Kouwenhoven van Hogeschool Inholland. Ze doelt op de ecologische en sociale waarde van een product.

Om ervoor te zorgen dat kringlooplandbouwoplossingen niet duurder zijn dan gangbare producten, moeten telers die onzichtbare voordelen laten zien. 'Natuurlijk kost een transitie geld, maar dat overtuigt de consument niet om er meer voor te betalen. Laat zien wat het hen oplevert. De markt volgt vanzelf', adviseert Kouwenhoven.