Pleksgewijze hoge uitval kan teken zijn van vogelgriep

Een pleksgewijze hoge uitval kan bij hennen en kalkoenen wijzen op vogelgriep, maar bij vleeskuikens niet. Voor pluimveehouders is het vaak wel duidelijk dat er mogelijk wat fout is. Ze melden dat snel, zodat uitbraken binnen de perken blijven.

Pleksgewijze+hoge+uitval+kan+teken+zijn+van+vogelgriep
© Twan Wiermans

In seizoen 2021/2022 had de pluimveesector te maken met 66 uitbraken van vogelgriep op commerciële bedrijven. Seizoen 2022/2023 kent tot nu 22 uitbraken. De laatste uitbraken op commerciële bedrijven waren dit seizoen op 26 januari.

Meerdere pluimveehouders hadden de afgelopen jaren dus te maken met een uitbraak van vogelgriep. Tijdens de studiedag van de World Poultry Science Association op 4 april in Wijchen werd uitgebreid stilgestaan bij de impact die uitbraken en het herkennen van de besmettelijke ziekte. Ook aanpak en de mogelijkheden voor vaccineren kwamen aan bod.


Pluimveehouder meldt snel

Pluimveehouders herkennen doorgaans snel dat er iets mis is met hun dieren en melden dat ook. Dat is de ervaring van NVWA-dierenarts Léon Labout. ‘Mede hierdoor hebben we de vogelgriep goed in de hand kunnen houden.’

De snelle melding van een verdenking voorkomt meer vogelgriepuitbraken

Léon Labout, dierenarts bij NVWA

Sinds de grote uitbraak van vogelgriep in 2003 heeft de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) de aanpak flink gewijzigd. Bij een melding gaan direct dierenartsen van de NVWA en Royal GD en de eigen dierenarts naar het bedrijf. Samen met de pluimveehouder zelf is dat het specialistenteam.

‘We maken een ronde door de stal, nemen monsters en sturen die op. We wachten vervolgens niet af, maar gaan op basis van de waarnemingen verder met de voorbereidingen. Zoals het invullen van de checklist tracering en we zorgen alvast dat de benodigde materialen en medewerkers stand-by staan. Dan kunnen we direct aan de slag als het vogelgriep blijkt te zijn. Het blijft wel steeds maatwerk per bedrijf’, legt Labout uit.


Uitbraak in de praktijk

Voor de pluimveehouders hakt een uitbraak van vogelgriep er flink in. Gerben Bos van pluimveebedrijf Peppelbos schetste zijn ervaringen op de studiedag. Samen met zijn vader heeft hij een legpluimveebedrijf met drie stallen. Op de dag van de uitbraak was zijn vader nog op vakantie. Bij de controleronde in de ochtend was er niets aan de hand. In de middag waren er in de eerste twee stallen ook geen problemen te melden.

In de derde stal was er wel wat aan de hand. Niet direct bij binnenkomst, maar midden in de stal was er een plek waar hennen waren gestorven en duidelijk ziek waren. Het kon ook pasteurella zijn, had zijn dierenarts gezegd, maar Bos had toch de NVWA maar gebeld.

Na telefoontjes en uitwisselen van foto’s was de conclusie dat het waarschijnlijk wel vogelgriep was. Het specialistenteam ging onderweg. Om half vier in de nacht was bekend dat het vogelgriep was. Om 7 uur startte de hele procedure van taxeren, euthanasie, enzovoort.


Bij hennen merkt de pluimveehouder vaak dat er iets mis is door het ontbreken van geluid en pleksgewijze hoge uitval.
Bij hennen merkt de pluimveehouder vaak dat er iets mis is door het ontbreken van geluid en pleksgewijze hoge uitval. © dirk hol

Het is een flinke klap, ervaarde Bos. ‘Ik ben nog een laatste keer door de stallen gelopen. De hennen in twee stallen waren nog helemaal gezond. Ik ben weggegaan. Dan kom je in de avond thuis en heb je een leeg bedrijf. Twee weken mag je de stal niet in en je bent een half jaar verder voor je weer kunt starten. Het is emotioneel een klap en je hebt ook financiële schade. Hopelijk krijgen we nooit meer vogelgriep.’

Bij kalkoenhouder Theo Coumans was het helaas twee keer raak. In 2003 werd zijn bedrijf getroffen en vorig jaar weer. ‘Bij mijn ronde door de stal lagen er midden in de stal een aantal gestorven kalkoenen en andere dieren gedroegen zich vreemd. Ik heb maar gelijk het specialistenteam laten komen. En helaas bleek het vogelgriep.


Tekst gaat verder onder kader.

Altijd verder zoeken als het geen vogelgriep is

Bij verdenkingen van vogelgriep blijkt het niet altijd om een besmetting met vogelgriep te gaan. Patholoog Robert Jan Molenaar van Royal GD vindt het belangrijk om in dat geval wel verder te zoeken. Wat is het dan wel? Molenaar heeft de afgelopen jaren heel wat dieren met vogelgriep bestudeerd. Zijn conclusie is duidelijk. Je kunt niet zomaar op basis van de verschijnselen aan de dieren stellen dat het vogelgriep is. Dat willen we wel graag, maar de verschijnselen zijn te wisselend en kunnen ook door andere ziekteverwekkers komen. Bij vleeskuikens bleek het in vijf gevallen bijvoorbeeld gumboro te zijn. Bij leghennen was het twee keer vlekziekte en zeven keer coli. Bij het huidige vogelgrieptype is het wel typisch dat het aan de binnenkant van de bloedvaten gaat zitten. Omdat longen grotendeels uit bloedvatwanden bestaan kunnen de bloedstollingen in de bloedvaten er toe leiden dat de kippen acuut dood neervallen. Bij hennen is het ontbreken van geluid vaak een duidelijk signaal. Bij eenden is een daling van de water- en voeropname erg duidelijk en bij kalkoenen ook vaak. Dat is bij leghennen en vleeskuikens dan weer niet het geval.

Gelukkig stond de tweede stal van Coumans op enige afstand nog leeg, de kalkoenen zaten nog in de opfok in Duitsland. Daardoor kwamen er ook minder bedrijven binnen de 10 kilometerzone te liggen. Coumans heeft zelf alle bedrijven binnen de 1 kilometer ingelicht. Het ruimen van de kalkoenen ging heel anders dan in 2003. ‘Toen stonden 250 personen op de bezoekerslijst nu maar 30. Het gaat nu veel beter.’

Vooral dat je door een uitbraak ineens geen pluimveehouder meer bent, is volgens Coumans zwaar. ‘Gelukkig heb ik veel bestuursfuncties en kon het daardoor opvangen.’


Vaccineren de toekomst

De twee vaccins die de laboratoriumtest hebben doorstaan bieden goede kansen voor de toekomst. Dat stelde pluimveespecialist Sjaak de Wit van Royal GD. ‘De bescherming tegen de ziekte is goed, de dieren worden niet ziek, en het veldvirus krijgt geen kans om zich te verspreiden. Nu moeten die vaccins zich bewijzen in het veldexperiment deze zomer en de grotere praktijkproef die eind dit jaar moet starten.’

In de proeven moet vooral blijken hoe lang de beschermende werking van de vaccins duurt. Ook moet nog duidelijk worden hoe je het beste de monitoring kunt uitvoeren. De Wit: ‘De huidige eisen vanuit de EU liggen veel te hoog. Dan is vaccinatie praktisch niet uitvoerbaar omdat er simpelweg onvoldoende mankracht is om de monitoring uit te voeren.’


Bioveiligheid voorop, vaccineren als extra tool

Bioveiligheid op en bij het bedrijf, stallen, dagelijks werk, logistiek, bezoekers en medewerkers zal altijd voorop blijven staan om vogelgriep te voorkomen. Vaccineren van pluimvee komt er straks bij, denkt Hendrik-Jan Roest, plaatsvervangend chief veterinary officer bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid. ‘We werken hard aan het wegnemen van de handelsbelemmeringen.’ Naast de bioveiligheid, en straks vaccinatie, blijft snel melden van een verdenking van groot belang. Roest vindt dat de pluimveehouders dat goed doen. Overgaan naar vaccineren is niet zo eenvoudig als het lijkt. Ten eerste is een EU-goedgekeurd vaccin nodig. Daar wordt hard aan gewerkt. Europa heeft al laten weten dat vaccineren tegen vogelgriep mag. Maar wel met strenge eisen voor monitoring. Roest gaf aan dat Nederland soepeler regels wil en dat die hopelijk komen naar aanleiding van de praktijkproeven. Laatste drempel zijn dan nog de handelsbelemmeringen, want de meeste derde landen accepteren geen producten, eendagskuikens of broedeieren van gevaccineerde dieren. Onderhandelingen met veel persoonlijke inzet hierover zijn gaande.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / -2°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer