Tieners willen boer worden: 'Het is je passie'

Net als vier jaar geleden zitten de tieners rond de keukentafel bij de familie Rentmeester in Wolphaartsdijk. Toen waren het nog prille tieners, nu zijn het bijna volwassenen. Van den Brand wilde een documentaire maken over de natuur en de oogstseizoenen vanuit het gezichtspunt van kinderen. Ze situeerde de docu in Zeeland vanwege 'de weidse landschappen, de mooie luchten, het fantastische licht'.

Van den Brand zocht de vier kinderen via kennissen en was getroffen dat ze alle vier zo begaan waren met het reilen en zeilen op de boerderij, vertelde ze destijds in Nieuwe Oogst. 'Je zou de documentaire een loflied op de het boerenleven kunnen noemen', zei ze.

In de film vertellen Sven Boonman, Daan Rentmeester, Koen Brouwer en Jeanine de Bree over hun leven bij hun ouders op de boerderij. Ze willen alle vier het ouderlijk bedrijf graag overnemen. Inmiddels zijn de tieners een jaar of vijf ouder dan tijdens de opnames van de documentaire.

De jongens zitten nu alle drie op een agrarische opleiding, twee op de middelbare, Brouwer in Breda en Boonman in Goes. Rentmeester zit op de hogere school in Dronten. De Bree doet mbo Verpleging, maar ze weet nog niet zeker wat ze later wil. Haar passie is schapenhouderij.

Inmiddels weten de jongeren beter wat er allemaal bij komt kijken als ze boer worden. Boonman: 'Toen was het voor mij vanzelfsprekend wat onze ouders hebben opgebouwd. Nu snap ik beter wat er echt allemaal aan de hand is. Je wist destijds ook wel dat er regels waren, maar nu weet ik wat daarvan de nadelen zijn en hoe dat voelt. Nu ben je je ook steeds bewuster van wat je doet. Ook financieel. Als m'n vader zei 'Ga dat doen'. Dan deed je dat gewoon. Nu stel ik er vragen over.'

Rentmeester: 'Je houdt je nu meer bezig met ondernemen. Als mijn vader zei dat de aardappelen waren verkocht, dacht ik 'oké'. Nu wil ik weten voor welke prijs en kwaliteit en waarom op dit moment.' Boonman: 'Je gaat steeds meer rekenen.' Daar wordt het niet leuker van, vindt hij. 'Het ondernemen is wel leuker, los van wat de overheid doet', zegt Rentmeester. Boonman beaamt dat: 'Ondernemen is leuk, zelf kijken hoe je iets aanpakt, hoe je duurzaam kunt telen.'

Grote vriendengroep

De tieners zitten in een grote vriendengroep van meer dan vijftien jongeren. Op één na wonen ze allemaal op een boerderij. In het weekend zitten ze vaak in een van de keten op het erf van een van hen. Ook daar hebben ze het over de toekomst van de landbouw en wat de overheid bedenkt voor de sector. Allemaal willen ze het ouderlijk bedrijf overnemen. Meer dan tien van hen reden ook zelf met de trekker naar het protest in Stroe.

Geen van hen ziet emigreren als een alternatief. Boonman heeft het weleens overwogen, onder andere tijdens zijn stage in het oosten van Duitsland. Maar hij liet dat idee al snel varen. 'Je denkt vaak dat het ergens anders beter is, maar dat valt soms vies tegen.' Rentmeester zocht Boonman op toen hij daar op stage was: 'Het leven is er saaier. Iedereen is meer op zichzelf.' Boonman: 'Boeren in de buurt gaan daar niet met elkaar om.' Rentmeester: 'Dat zou ik vreselijk missen. In onze vriendengroep is het altijd gezellig.'

De drie jongens zijn ervan overtuigd dat ze het ouderlijk bedrijf willen overnemen. 'Dat zit in je genen', zegt Rentmeester. 'Mijn vader is hier de derde generatie boer. Ik hoop de vierde generatie te worden.' Boonman: 'Het is je passie. Daar ben ik iedere dag mee bezig. Ik zie mezelf niets anders doen.'

Eigen keuzes maken

Brouwer is de enige van de vier die van een rundveehouderijbedrijf komt. Hij wil graag voortbouwen op wat zijn ouders hebben opgebouwd en het spreekt hem aan dat hij daarin eigen keuzes kan maken als ondernemer. Het leukst vindt hij de afwisseling in het werk.

Het ouderlijk bedrijf van Brouwer ligt dicht bij een Natura 2000-gebied. 'Gelukkig is het kaartje van tafel', zegt hij. 'Het is nu afwachten wat er komt.' Maar hij is daar niet pessimistisch over. 'Het is een voordeel dat de provincie Zeeland redelijk met ons meedenkt.'

De jongeren zien niet op tegen het vele werk op het bedrijf. 'Bij schapen is de lammertijd de drukste tijd. Dat is maar een korte periode', zegt De Bree. Ze twijfelt nog over haar toekomst. 'Ik ben er nog niet helemaal uit. Ik wil sowieso verder met schapen.' Ze laat zich niet ontmoedigen door het overheidsbeleid. 'Als je iets wilt, moet je daar niet voor weglopen.'