Stro houdt bijna alle bladluizen tegen in miniknollen

De virusdruk in pootaardappelen neemt toe. Daardoor zijn preventiemaatregelen als gezond uitgangsmateriaal, selectie, minerale olie en inzet van gewasbescherming niet altijd afdoende om het Y-virus buiten de deur te houden. Bovendien krimpt het middelenpakket.

HZPC en Agrifirm voerden in 2021 en 2022 veldproeven uit bij telers met gaasdoek en stro in de stammenteelt. Het onderzoek met stro is beproefd bij twaalf telers in Noord-Nederland in klasse PB1-pootgoed. 'Stro ondersteunt vooral het voorkomen van infectie in de eerste weken na opkomst, want dan is er een snelle loofgroeifase', geeft Agrifirm-accountmanager Cornelis de Haas aan. 'Als het gewas is gesloten, is het effect van stro nihil.'

Voor opkomst

In de methode wordt het stro aangebracht na het frezen van de aardappelruggen. Het aanbrengen gebeurt met een stroverdeler die in totaal 3,5 ton stro per hectare over de ruggen verspreidt. Volgens agronomist Harm Steenhuis van HZPC is het belangrijk om niet de bedrijfshygiëne uit het oog te verliezen. 'Voer geen vreemd stro aan op je bedrijf. Dat kan gevolgen hebben met lastige onkruiden. Gerststro waait minder snel weg dan tarwestro. Maar in gerststro zitten meer korrels, dat kan weer voor meer opslag zorgen.'

In de objecten stond een luizenvangbak die de onderzoekers twee keer per week aftapten en lieten onderzoeken bij keuringsdienst NAK. Steenhuis: 'Na twee maand was de vectorendruk 50 tot 70 procent minder in een perceel afgedekt met stro dan pootgoed ernaast zonder stro. Dat hadden we in Nederland niet verwacht. Eerdere proeven in Frankrijk en Zwitserland lieten dezelfde resultaten zien.'

De stroproef wordt komend seizoen uitgebreid van 12 naar minimaal 100 hectare vanwege de goede resultaten en de grote belangstelling van telers.

Bijna 100 procent garantie

Een andere methode om luizen te weren, is het afdekken van de pootgoedruggen met gaasdoek. 'Dat is weliswaar fors duurder dan stro, maar het geeft voor 99,9 procent garantie voor het hele groeiseizoen', is de ervaring van De Haas uit proeven in 2021. Het effect van het gaas op het aantal knollen was beperkt en de doorlaatbaarheid van middelen blijft goed.

Telers trekken het gaas over de gefreesde ruggen heen en daarna drukt het loof het gaas omhoog. Het gaas is rondom ingegraven voor een goede afdichting. Schade door vogels of wild is tot nu toe nog niet voorgekomen.

Het gaasdoek is beproefd in PB1-pootgoed, maar wordt komend jaar ook getest in klasse PB2. Voor generaties erna lijkt afdekken met stro weer interessanter. De PB1 en PB2-stammen die onder gaasdoek zijn geteeld, zijn uitsluitend bestemd voor eigen gebruik en daarom door NAK vrijgesteld van de veldkeuring.