Franse speler bij maai-transportwagens nu ook in Nederland

Regelgeving en voerkosten sturen aan om zoveel mogelijk eiwit van eigen land te voeren. Het voeren van vers gras draagt daaraan bij. Maar weidegang is niet altijd haalbaar, zeker niet voor grote bedrijven, en is ook niet het meest efficiënt in opname. Bovendien spelen de weersomstandigheden dan een vrij grote rol. Nadeel van inkuilen is dat er conserveringsverliezen zijn en een arbeidspiek.

Met een combinatie van een frontmaaier en een opraapwagen zelf het verse gras voor het voerhek draaien kan winstgevend zijn. Zeker bij herfstgras. De frontmaaier en opraapwagen zijn bovendien gewoon te gebruiken bij het inkuilen.

Gras Tech Grazer

Toch ontstaat er een markt voor de maai-transportwagen met een eigen trommelmaaier. Sinds enkele jaren importeert Van Laar Techniek in het Utrechtse Hoogland de groene Grass Tech Grazer uit Ierland.

Op buitenlandse beurzen zijn er al decennia meer merken te vinden zoals Jeulin, Zamet, Bonino, Zero Grazer en Bélair. Het aanbod varieert van enkelassers tot drieassers en fragiele blikken opbouw met touwen bovenover tot zware degelijke wagens met zoveel rongen in de bak dat ze door kunnen als silagewagen.

Net als de meeste andere merken heeft nu ook het Franse Bélair een Nederlandse importeur. Farmstore in het Brabantse Cuijk haalt de gele maai-transportwagens voortaan naar de Benelux en wil er tien per jaar van verkopen. Farmstore-eigenaar Wilko Jilissen schat dat er meer dan vijftig maai-transportwagens van verschillende merken in de Benelux draaien. Het geeft de kansen van dit type wagen aan.

Geen fronthef nodig

Voordelen zijn dat maai-transportwagens uit de voeten kunnen met een relatief lichte trekker en dat er geen fronthef en-aftakas nodig zijn. Elke trekker op het bedrijf kan dus het zomerstalvoeren doen.

Met aftakas, drie hydrauliekslangen en remslangen en kabels voor het licht en de bedieningskast zijn ze nog sneller aan- en af te koppelen dan een combinatie met frontmaaier en opraapwagen. Daarbij legt de maaier het gras direct op de invoerplaat van de wagen en kan dus niet vervuilen tussen traditionele frontmaaier en pick-up.

Ook is de invoer met liftketting die boven in de bak lost en het gras dus niet naar binnen perst, vriendelijker voor het gewas dan een balkeninvoer en zeker dan een rotorinvoer, van een standaard opraapwagen. Beschadiging van vers gras geeft vermoezing, minder pensprik en verliezen. Tot slot: door de knikdissel rijdt de wagen met maaier schuin achter de trekker en gaan er voor bodembehoud dus minder wielen door hetzelfde spoor.

NIR-sensor

De Bélair onderscheidt zich door zijn luxe uitvoering. De maai-transportwagen is degelijk van bouw, voldoet aan de toelatingseisen van de RDW en is uit te rusten met een NIR-sensor van Dinamica Generale. Dit Italiaanse bedrijf beheert de ijklijnen en software van deze techniek. Ook een meelopend gestuurde as, dwarsafvoerband en weeginrichting zijn opties.

De degelijke bouwwijze blijkt uit het zwaar uitgevoerde draaipunt van de knikdissel, de afstempeling van het rechter voorwiel van de tandem voor balans en de zwaar uitgevoerde bak en platte bodemketting. De maximale bandenmaat is 600/50R22,5.

Bredere invoer

De kettinginvoer van 1,29 meter breed is onderhoudsgevoelig. Vandaar dat Bélair een centraal smeersysteem monteert en geleiders van slijtvast Hardox-metaal. De wagen wordt aangedreven via een eigen hydraulieksysteem. De 2,25 meter brede trommelmaaier is wel mechanisch aangedreven op de aftakas.

Veel frontmaaiers werken breder, maar zijn dan ook lastiger om mee te manoeuvreren bij het lossen in de stal. De knikdissel van de Bélair kan juist helpen om een krappe stal binnen te rijden. De Premium M-uitvoering die als eerste in Nederland draait, heeft een DIN-inhoud van 26 kuub, weegt met afvoerband 9 ton en is verkrijgbaar vanaf 47.500 euro.

Een nieuwe PR-serie met 2,25 meter maaier, 20 centimeter bredere invoer, compactere afmetingen en vier in plaats van twee bodemkettingstrengen is in ontwikkeling en vanaf volgend jaar verkrijgbaar.