Consument besteedt minder aan vlees

Vleesveefokkers hebben te maken met hoge opbrengstprijzen. Door een tekort aan luxe kalveren zoals Blonde d'Aquitaines en Limousins wordt zo'n 100 euro meer betaald dan in 2021. Voor Belgisch Blauwen kan dit verschil oplopen tot 300 euro per dier, zegt Rene Zandbelt van Vleesvee Integratie Twente.

Mestbedrijven maken daarentegen pittige tijden door. Ze moeten meer betalen voor kalveren en kampen met duurder voer. Ten opzichte van een jaar geleden zijn de prijzen voor krachtvoer met zo'n 20 procent gestegen. 'En voor mais betaal je per hectare al snel 750 euro per hectare meer', aldus Zandbelt.

'De marges staan dus onder druk. Voorheen konden vleesverwerkende bedrijven dit doorbelasten naar de slager en consument, maar daar lijkt een einde aan gekomen. Vanwege de hoge energiekosten hebben ze minder te besteden aan luxe vlees', legt Zandbelt uit.

Anderzijds is het aanbod voor Nederlands kwaliteitsvlees niet groot. Er blijft daardoor een bepaalde schaarste en dat houdt de prijzen voor slachtrunderen op een redelijk niveau. De laatste tien jaar zijn veel vleesveehouders gestopt, Zandbelt schat de krimp op 20 procent.

De vleesveehouderij in Nederland is divers en versnipperd. Het gaat om grofweg 2.500 zoogkoeienbedrijven. Op zo'n tweehonderd bedrijven zorgt het vleesvee voor een belangrijk deel van het inkomen, daar worden meer dan vijftig zoogkoeien gehouden. Op de rest van de bedrijven houdt de veehouder vleesvee als neventak of als hobby.

Veehandelaar Frank Moors uit Horssen: 'Alleen de grote ondernemers blijven over. Zij kunnen goedkoper inkopen en meer dieren afzetten waardoor ze nog iets verdienen. Het lukt niet meer om met vijftig koetjes de kost te verdienen.'

Kleinere portemonnee

Een andere ontwikkeling is dat de prijzen voor kwaliteitsrundvlees dichter in de buurt komen van die van afgemolken koeien. Vanwege de kleinere portemonnee van de consument is er meer vraag naar goedkoop vlees. Moors: 'De mensen lusten wel biefstuk, maar kunnen alleen een gehaktbal betalen.'

Voor een luxe vette vleeskoe wordt circa 6,75 euro per kilo geslacht gewicht betaald, terwijl de prijs van een vette afgemolken koe rond de 4,75 euro per kilo geslacht gewicht ligt. Afgelopen zomer was dat zelfs 5,60 euro.

Voor een tweedekalfs dikbilkoe betaalt een mester nu zo'n 2.500 euro. Na honderd dagen weegt het dier 500 kilo en brengt de koe circa 3.250 euro op. 'Daar gaat nog 700 euro aan voerkosten af. Onder de streep houd je dus niets over.'

Slagerijen en consumenten

Vleesverwerkende bedrijven belasten de hogere kosten door naar slagerijen en consumenten. Moors: 'Eerst betaalde je bij de slager voor biefstuk van de haas 55 tot 60 euro per kilo, nu is dat 85 euro per kilo.'

De Gelderse veehandelaar verwacht dus dat consumenten tijdens de feestdagen geen grote stukken ossenhaas op tafel zetten. 'Ze eten het nog wel, want de vraag naar kwaliteitsvlees blijft. Maar het stukje zal kleiner zijn.' De eerste maanden van 2023 verwacht hij een rustige periode voor grossiers en slagers. 'Consumenten hebben dan net de dure feestmaand achter de rug.'