Minister houdt slag om de arm bij weren pluimveebedrijf

Dat zegde Adema Tweede Kamerlid Laura Bromet van GroenLinks toe die hierover mede namens Joris Thijssen van de PvdA een motie over afkondigde. Bromet neemt hier vooralsnog genoegen mee en past haar motie hierop aan.

Pluimveebedrijven in waterrijke gebieden worden relatief eerder getroffen door vogelgriep dan bedrijven die op andere plekken zijn gevestigd. De twee Kamerleden dienen ook een motie in om via ruimtelijk beleid zoveel mogelijk te voorkomen dat zoönosen kunnen ontstaan. Adema herhaalde dat er hiervoor mogelijk 'meekoppelkansen' zijn via het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

Bromet en Thijssen benadrukken in de motie op dat grote aantallen dieren in een klein gebied, grote aantallen dieren bij elkaar, grote aantallen dieren in de nabijheid van natuur en grote aantallen dieren in de nabijheid van mensen de belangrijkste factoren zijn voor het ontstaan van zoönosen. Ze willen dat de overheid hier door middel van ruimtelijk ordening op kan ingrijpen.

Wilde vogels

Tweede Kamerlid Caroline van der Plas van BoerBurgerBeweging wees de andere Kamerleden en de minister er in een kort debat op dat op dit moment niet de veehouderij zorgt voor verspreiding van de vogelgriep, maar dat het juist de wilde vogels zijn die dieren in de pluimveehouderij besmetten. Zij dringt er bij de regering op aan om het aantal ganzen in de Nederlandse natuur terug te brengen tot het niveau van de instandhoudingsaantallen van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Adema ontraadde deze motie, omdat de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de provincies.

De Partij voor de Dieren komt met een motie waarin aan de minister wordt gevraagd om pluimveehouders die zijn getroffen door vogelgriep te verbieden hun stallen opnieuw met dieren te vullen zolang de vogelgriep nog heerst. Enkele bedrijven zijn voor de tweede keer getroffen door vogelgriep. Adema geeft aan dat hij er ook gemengde gevoelens bij heeft dat sommige bedrijven al voor de tweede keer zijn geruimd. Tegelijkertijd moeten pluimveehouders wat hem betreft kunnen rekenen op een betrouwbare overheid. 'Daar zijn afspraken over gemaakt en daar moet de sector op kunnen rekenen.' Hij ontraadde deze motie dan ook.

Vaccinatie pluimvee

De landbouwminister wil wel snelheid brengen in de mogelijkheid om pluimvee te vaccineren. Een motie van Tjeerd de Groot van D66 hierover kan de Tweede Kamer wat hem betreft in stemming brengen. De Groot wil dat, parallel aan de onderzoeken in laboratoria, er wordt gestart met veldproeven 'zodat zo snel mogelijk begonnen kan worden aan het vaccineren van de pluimveestapel'.

Het D66-Kamerlid vraagt de regering daarnaast te onderzoeken wat de precieze kosten zijn die partijen als dierenhulporganisaties en natuurorganisaties maken bij de bestrijding van vogelgriep en om te onderzoeken of ze in aanmerking zouden kunnen komen voor een bijdrage vanuit het Rijk. De kosten voor ruiming van getroffen pluimveebedrijven worden wel vergoed, maar die van natuur- en dierenhulporganisaties niet. Dat wil De Groot graag veranderen. Het is volgens de D66'er ook in het belang van pluimveehouders dat besmette wilde vogels worden geholpen en opgeruimd, zodat het virus zich niet verder verspreidt.