FNLI: continuïteit Nederlandse voedingsmiddelensector in gevaar

Een groeiend aantal producenten in verschillende sectoren ziet volgens FNLI zelfs hun continuïteit in gevaar komen. Dat treft niet alleen individuele bedrijven, maar ook volledige sectoren. FNLI roept de overheid daarom op om niet langer te wachten met 'passende en effectieve maatregelen om de desastreuze effecten van de hoge energieprijzen' te dempen en het gelijke speelveld in Europa te behouden.

Alleen op die manier kan het 'level playing field' worden hersteld, aangezien in ons omringende landen de overheden wel forse steunmaatregelen nemen. Doet Nederland dit niet, dan worden producten en bedrijven de markt uit geprijsd en in hun voortbestaan bedreigd.

FNLI constateert dat steeds meer bedrijven te maken krijgen met flexibele energiecontracten, waardoor al hele sectoren als bakkerijen en fabrikanten van groenteconserven worden geraakt.

30 procent

Onlangs gaf ING aan te verwachten dat de energiekosten voor voedingsmiddelenproducenten dit jaar oplopen tot gemiddeld 7,5 procent van de totale kosten tegenover 1,5 procent in 2020 en dat de totale kostenstijgingen voor voedingsmiddelenbedrijven tussen de 20 en 30 procent liggen.

Cees-Jan Adema, directeur FNLI: 'Dit onderschrijft wat wij in de praktijk ervaren, waarbij wij uitschieters zien bij bedrijven waar de energiekosten 30 tot 40 procent van de kostprijs uitmaken. Tegelijkertijd zien wij landen om ons heen in snel tempo steunmaatregelen optuigen. Nederlandse producenten komen daardoor op achterstand te staan; soortgelijke producten uit het buitenland worden goedkoper. In een tijd waarin er gesproken wordt over minder afhankelijkheid van het buitenland, dreigt hier het tegenovergestelde te gebeuren. Dat is niet houdbaar en onwenselijk.'