Aeres-teamleider: 'Politiek sentiment maakt jongere niet depri bij studiekeuze'

Voor het recordaantal aanmeldingen zijn verschillende redenen. Het perspectief op werk noemt teamleider Nolles een hele belangrijke. Van de ongeveer 680 eerstejaars die Aeres Hogeschool dit jaar in het Flevolandse Dronten verwelkomt, schreven zich er ruim 280 in voor de opleidingen 'Veehouderij en ondernemerschap'.

De opbouw en inhoud van de studie - het curriculum- geeft volgens hem vaak de doorslag in de keuze voor 'Dronten'. De diversiteit in de instroom is groot. Onder de eerstejaars is een significant aantal boerendochters- en zoons die de ambitie heeft om thuis het bedrijf over te nemen. Maar ook jongeren die deze kans niet hebben, maar wel graag in de sector willen werken.

Opvallende groei

Nolles noemt dit een opvallende groei in toekomstige ondernemers met een diversiteit aan bedrijven. Dat geldt ook voor de jaarlijkse stijging van het aantal jongeren dat een baan zoekt in de periferie, zoals in veevoeding of diergezondheid. 'Van gangbaar tot biologisch en alles daartussen.'

De interactie die door die veel kleurigheid ontstaat tussen studenten, noemt Nolles 'prachtig'. 'Diversiteit in de regio waar studenten vandaan komen, maar ook in achtergrond, zoals thuis wel of geen bedrijf, vooropleiding binnen de agrarische sector of juist iets heel anders zorgen voor veel vragen'. Het politieke en maatschappelijke sentiment over de agrarische sector laat zijn studenten daarbij beslist niet onberoerd. 'Al het nieuws is best deprimerend, maar zij laten zich daardoor niet ontmoedigen.'

Werkveld dat groeit

Dat is terecht, vervolgt Nolles, want van krimpende werkgelegenheid in de agrarische sector zal in zijn optiek geen sprake zijn. Ja, beaamt hij, het aantal primaire bedrijven zal kleiner worden, maar dat is iets van alle tijden. Nolles verwacht daarentegen dat de werkgelegenheid erin alleen maar zal toenemen. Hij noemt het agrowerkveld een groeigebied en Nolles heeft daarvoor drie redenen.

Als eerste noemt hij de vergrijzing. Er zit een forse golf aan te komen van mensen die nu nog werkzaam zijn in de agrarische en aanverwante sectoren, maar tussen nu en vijf jaar gaat een evident deel daarvan met pensioen. Daarnaast ervaart de teamleider dat de vraag naar mensen met kennis van de agrarische sector met name vanuit het buitenland groot is. 'Op de internationale markt is sprake van groei.'

Tot slot noemt Nolles de kwaliteit van zijinstromers. Door de krapte op de arbeidsmarkt wordt daar volop op ingezet, maar zij kunnen vaak niet de kwaliteit leveren waarom bedrijven vragen. 'Naar de banenmarkt moet je op macroniveau kijken. De agrarische sector wordt steeds complexer en specialistischer. Voor jongeren is dat prachtig. Er zijn steeds meer thema's waarin zij zich kunnen verdiepen.'

Integraal benaderen

Door met het onderwijsprogramma in te spelen op de groeiende vraag naar specialisten hoopt Aeres Hogeschool ook een bijdrage te leveren aan specialisten met affiniteit met de agrarische sector. Het maakt, geeft Nolles aan, namelijk nogal een verschil of de banen die er zijn worden ingevuld door mensen met gevoel bij de landbouw of zij die dat niet hebben.
Nolles stuurt een team aan van ruim 65 docenten, die met elkaar ervoor zorgen dat alle voor de veehouderij relevante thema's tijdens de opleiding aan Aeres Hogeschool aan bod komen. Niet als afzonderlijke vakken, maar in brede samenhang met elkaar. 'Landbouw en natuur worden bijvoorbeeld vaak nog los van elkaar genoemd, maar zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom is vooral in deze tijd een integrale benadering zo belangrijk.'