Akkerbouwgewassen in Europa kunnen regen goed gebruiken

Voor tarwe en gerst gaat JRC op basis van weersvoorspellingen uit van opbrengsten die net iets boven het meerjarig gemiddelde liggen. Ook voor aardappelen en suikerbieten lijkt de start van het groeiseizoen gunstig genoeg voor een redelijke productie. Het meteorologisch instituut beschrijft de ontwikkeling van de akkerbouwgewassen in Europa deze week in het maandelijkse Mars-bulletin.

De groeiomstandigheden in Europa zijn overwegend droog. In grote delen van West-, Midden- en Zuidoost-Europa is sprake van een neerslagtekort. Verder hebben met name Frankrijk, delen van Zwitserland en Noord-Spanje te maken met cumulatieve temperaturen die hoger zijn dan gemiddeld. Volgens JRC is de opbrengstpotentie van de akkerbouwgewassen over het algemeen goed, maar is het wel nodig dat er nu wat neerslag valt.

Tarwe 1 ton in de plus

Voor zachte tarwe heeft JRC de opbrengstvoorspelling in Europa vastgesteld op 5,89 ton per hectare. Dat is 1,4 procent hoger dan het vijfjarig gemiddelde. Voor Nederland rekent het instituut voorlopig met een opbrengst van 9,12 ton per hectare ofwel gemiddeld bijna 1 ton per hectare meer dan vorig jaar.

De gewasontwikkeling voor aardappelen en suikerbieten omschrijft JRC als redelijk. De voorjaarswerkzaamheden zijn grotendeels afgerond onder gunstige omstandigheden. Suikerbieten hebben in de meeste teeltgebieden wel te maken met een koude start. Voor aardappelen geldt met name dat voor een goede beginontwikkeling de aanvoer van vocht nu wel gewenst is, aldus JRC.

5 procent meer suikerbieten

De eerste opbrengstvoorspellingen voor suikerbieten in Europa stelt JRC op 78 ton. Dat is ruim 5 procent hoger dan het meerjarig gemiddelde. Voor Nederland gaat het instituut in een eerste prognose uit van bijna 88 ton wortelopbrengst bij de start van het groeiseizoen.

Voor aardappelen is de voorlopige inschatting bijna 36 ton per hectare voor heel Europa en 43,6 ton per hectare voor Nederland. Dat is respectievelijk bijna 6 procent en 4,4 procent meer dan het meerjarig gemiddelde.