Akkerbouwer Kor Schutter: 'Aandacht gericht op maximale graanopbrengst'
Kor Schutter heeft een bouwplan met vrijwel alleen granen. De aandacht is daarbij volledig gericht op het halen van een maximale opbrengst. 'De graanteelt biedt stabiliteit voor het bedrijf, maar het is geen vetpot. Het draait daarom juist om die laatste kilo's.'
'Kijk, de kamille en ook kleefkruid komt er al wat doorheen zetten. Zodra het weer goed is, ga ik hier met de onkruidbestrijding aan de gang', zegt Kor Schutter terwijl hij samen met Nico Schutter van Agrifirm over het land loopt. Volgens beide mannen – achterneven van elkaar - staat de tarwe er uitstekend bij. 'Het begin is in ieder geval goed, maar nu de rest van het seizoen nog', zegt Kor met een zuinige lach.
Hij doelt daarmee op het afgelopen seizoen, toen de tarwe er aanvankelijk ook goed op stond maar uiteindelijk toch flink tegenviel. 'Vooral het gebrek aan licht heeft de gewassen flink genekt. Gemiddeld kwamen we daardoor niet verder dan zo'n 9 ton per hectare. Dat is toch anderhalve ton minder dan we gewend waren.'
Voor Schutter is wintertarwe het hoofdgewas op het bedrijf - en dus ook de belangrijkste inkomstenbron. 'Om die reden gaan we hier altijd voor de maximale opbrengst. Die laatste kilo's maken vaak het verschil tussen een redelijk of een goed jaar. Alles goed doen en op het juiste moment, daar draait het allemaal om', zo stelt hij.
Een belangrijke sparringpartner bij dit proces is Nico Schutter van Agrifirm. Als adviseur komt hij al 36 jaar (!) op het bedrijf en kent daarom zo ongeveer alle 'ins en outs' van de bedrijfsvoering. Dat wil echter niet zeggen dat beide mannen het altijd met elkaar eens zijn. Zo start Kor meestal een paar weken eerder met zaaien dan Nico zou adviseren. En dat levert altijd weer wat discussie op. 'Ja, we hebben op een aantal punten onze eigen kijk op zaken. En dat is prima, want zo hou je mekaar scherp', vindt Kor.
Vroeg zaaien met nieuw zaaizaad
De basis voor een hoge opbrengst wordt volgens Kor gelegd door op tijd met het 'nieuwe seizoen' te starten. Dat wil zeggen: vlot na de stoppel ploegen, daarna vlakleggen met de rotorkopeg en even laten verweren. Vervolgens op tijd beginnen met zaaien – liefst in de derde of vierde week van september.
'De structuur van de grond is me heilig. Als hier in de herfst een paar spetters vallen, dan wordt het meteen knoeien. Dat wil ik koste wat kost voorkomen', zo motiveert hij het vroege zaaitijdstip. Dat vroeg zaaien ook duist in de kaart kan spelen', neemt de akkerbouwer voor lief.
'Duist is geen groot probleem op mijn bedrijf en ik heb het goed onder controle. Een najaarsonkruidbestrijding zet ik maar heel selectief in; op de meeste percelen kan ik het goed af met een gerichte voorjaarbestrijding met Atlantis Star en Capri® Twin.'
Zaaizaad wordt altijd nieuw aangekocht. Volgens Kor is het prijsverschil tussen nieuw zaaizaad en eigen, geschoond en ontsmet zaaizaad te klein om er risico's mee te nemen. 'Omgerekend betaal ik zo'n 15 cent per kilo meer voor nieuw zaaizaad, ofwel 30 euro per hectare (bij 200 kg/ha, red.). Daarvoor heb ik de zekerheid van goed, kiemkrachtig zaad en bovendien heb ik er geen extra werk aan.'
'Gewas mag niks tekort komen'
De bemesting gebeurt met één gift van 475 kg KAS (130 kg N) en zo'n 35 kuub varkensdrijfmest (circa. 110 kilo werkzame N) die in het voorjaar met sleepslangen wordt opgebracht. Schutter kiest bewust voor varkensdrijfmest, omdat die de stikstof wat eerder vrijgeeft dan andere vormen van organische mest. Dat de afname van varkensdrijfmest ook nog een paar tientjes extra oplevert, ziet de akkerbouwer als 'mooi meegenomen'.
'Hoofdzaak is dat de tarwe in alle fases van de groei niks tekort komt. En dat lukt met deze strategie doorgaans prima', aldus de akkerbouwer. Verder wordt er met de ziektebestrijding (en halmversteviging) ook twee keer mangaan en zwavel als bladvoeding meegegeven.
Volgens Kor is het lastig om de precieze waarde hiervan aan te geven, 'maar als je het niet doet, dan zie je dat bijna altijd terug in het gewas. Met wat extra mangaan en zwavel blijven de gewassen gezonder en wordt ook de opname van stikstof nog eens extra bevorderd. Die eigenschappen zijn in mijn ogen het geld wel waard.'
Volledige ziektebestrijding
Voor wat betreft de ziektebestrijding kiest Kor Schutter voor een zo volledig mogelijke bescherming van het gewas. Dat wil zeggen: altijd een T1, T2 en T3 bespuiting – en soms ook een T0-bespuiting. Over het nut van zo'n T0-bespuiting is er nog wel eens wat discussie tussen beide mannen. Nico is er doorgaans een voorstander van. 'Met een T0-bespuiting hou je de gewassen van meet af aan onderin schoon. Juist op dit bedrijf met tarwe op tarwe kan Septoria zich al vroeg in het seizoen ontwikkelen op de achtergebleven stroresten. Dan moet je er meteen bij zijn', zo vindt hij.
Kor is iets terughoudender op dit vlak en bekijkt de situatie liever per seizoen. 'Onder enigszins normale weersomstandigheden blijft het gewas eigenlijk altijd wel gezond tot aan de T1-bespuiting. Ik vind dat ik dat risico wel kan lopen', zo stelt hij. Bovendien wijst hij erop dat hij geen roestgevoelige rassen teelt, waardoor zo'n T0 ook net wat minder noodzakelijk is.
De T1-bespuiting komt er hoe dan ook 'op tijd' op (GS 30 – 32). Het beste tijdstip is volgens beide mannen vooral een kwestie van 'fingerspitzengefühl'. 'Eigenlijk moet je daarvoor 3,5 (tot vier) weken terugrekenen vanaf de T2-bespuiting, die bij het uitkomen van het vlaggenblad moet worden toegepast. Alleen is dat terugrekenen nogal lastig, want je kunt nooit helemaal inschatten wanneer het vlagblad uitkomt', zo vertelt Nico.
Bovendien bepaalt de verwachte ziektedruk nog het meest wanneer de T1 'erop' moet. Uitstellen om de tijd tot aan de T2 te kunnen overbruggen is hoe dan ook riskant, vindt hij. 'Voor een hoge opbrengst moet de tarwe tot op het eind gezond blijven. Dan zeg ik: liever iets aan de vroege kant – met eventueel een wat hogere dosering op T1 – dan net even te laat, waardoor je de rest van het seizoen achter de feiten aanloopt.'
Ascra Xpro op T1
De laatste jaren wordt op T1 standaard het middel Ascra Xpro ingezet, vooral vanwege z'n brede en sterke werking tegen Septoria en roesten. Volgens Nico doet Ascra Xpro het al jaren goed in de instapproeven van Agrifirm, waardoor het zich een redelijk vaste plek heeft verworven in de advisering. Nog een pluspunt van Ascra is dat het werkzame stoffen bevat die anders aangrijpen dan andere gangbare graanfungiciden.
'Hierdoor past Ascra Xpro goed binnen onze strategie om resistentievorming tegen middelen te voorkomen', aldus de adviseur. Voor Kor is vooral de sterke en betrouwbare werking tegen Septoria essentieel. 'Die ziekte bepaalt toch voor een groot deel de gezondheid van de tarwe - en het succes van de teelt. Uiteindelijk draait het om een zo volledig mogelijke assimilatie; dat kan alleen wanneer de gewassen maximaal gezond zijn' zo benadrukt hij nog maar eens
Juist om die reden wordt er na de T2-bespuiting (het afgelopen jaar met Priaxor Duo®) ook altijd een T3-bespuiting toegepast met Prosaro. Volgens Kor bewijst deze bespuiting bijna elk seizoen weer zijn waarde – is het niet tegen aarfusarium, dan toch zeker op het laatste stukje opbrengst. 'Ik heb wel eens een baan niet gespoten en dat zag je op de streep af terug in het gewas. De tarwe was aanzienlijk grauwer van kleur. En ook in de opbrengstmeting op de maaidorser zag je het terug; waar ik niet gespoten had was de opbrengst gewoon lager. Zo'n T3-bespuiting betaalt zich dus vrijwel altijd terug', zo besluit hij.
Capri® Twin is een geregistreerd handelsmerk van Corteva Agriscience
Priaxor® Duo is een geregistreerd handelsmerk van BASF
Bayer Crop Science
Bayer is wereldwijd marktleider in gewasbeschermingsmiddelen en zaden. Door biologie, chemie en digitale tools slim te combineren versnellen we innovatie in de...
Lees verder »