Analyse NVWA: zes Europese Q-organismen risico in aardappelen

De NVWA publiceerde de IKA vorige week. De ketenanalyse is onderdeel van de IKA voedselgewassen. Een van de conclusies die in de ketenanalyse wordt getrokken, is bijvoorbeeld op het gebied van plantgezondheid. Daarbij zijn de risico's van schadelijke organismen voor planten beoordeeld.

Bij de zes Q-organismen in de EU is eliminatie van deze organismen geen optie meer. Volgens de NVWA moeten maatregelen zich daarom richten op het minimaliseren van de kans op besmetting in de diverse ketenschakels om daarmee het risico van verdere verspreiding te verkleinen.

Grootste risico's

De analyse van de NVWA dateert van 2020-2021. Daarin worden de grootste risico's in de aardappelketen voor plantgezondheid, voedselveiligheid en natuur en milieu (gewasbescherming) behandeld. De autoriteit wil risicogericht en kennisgedreven toezicht houden en sturen op het verminderen van risico's en het verhogen van de naleving.

De autoriteit heeft voor de IKA gebruikgemaakt van het 'Fraudebeeld aardappelen' en de risicobeoordeling zoals beschreven in het advies van BuRo over de risico's van de aardappelketen. In deze IKA reageert de NVWA op de adviezen in de risicobeoordeling van BuRo. De beschikbare toezichtinformatie is gebruikt om de risicobeoordeling en het fraudebeeld verder aan te vullen vanuit de toezichtspraktijk.

Inbreng bedrijfsleven

Ook het bedrijfsleven heeft bij het opstellen van deze ketenanalyse inbreng geleverd, schrijft de NVWA. De resultaten van de ketenanalyse zijn een uitgangspunt voor de meerjarige handhavingsplannen en projecten van de autoriteit. De IKA helpt om het toezicht risicogerichter te maken en af te stemmen op de ontwikkelingen in de aardappelketen. De NVWA gaat op basis van de ketenanalyse verder in gesprek met de sector over de maatregelen die de sector zelf kan nemen.