Plantaardige sectoren bezorgd over ongewenste nitraatmaatregelen

De vakgroep zegt in een reactie kennis te hebben genomen van de brief van LNV-minister Henk Staghouwer. De bewindsman schrijft dat de aanvullende maatregelen nodig zijn om derogatie aan te kunnen vragen voor de veehouderij. ‘We maken vooral bezwaar tegen het instellen van verplichte maatregelen zoals teeltverboden, brede bufferzones en gedwongen opkoop’, stelt vakgroepvoorzitter Jaap van Wenum.

Van Wenum is van mening dat dergelijke maatregelen een bom leggen onder het draagvlak voor gebiedsprocessen. ‘De vakgroep trekt een duidelijke streep. Onze oproep aan de minister is om de Europese Unie te overtuigen dat gebiedsgerichte aanpak de beste garantie biedt voor verbetering van de waterkwaliteit en we willen daarvoor de benodigde ruimte vragen. Als de minister zich daarvoor inzet, dan vindt hij ons constructief aan zijn zijde.’

Maatwerk in gebiedsgerichte aanpak

De vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroenten van LTO onderschrijft het belang om te voldoen aan de waterkwaliteitsdoelen binnen het Kader Richtlijn Water (KRW) en de Nitraatrichtlijn. ‘In die gebieden waar dit nog niet op orde is willen we daar inzet op leveren en onze verantwoordelijkheid nemen’, zegt Van Wenum. ‘Dat doen we al via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) en dat willen we verder oppakken door maatwerk in een gebiedsgerichte aanpak.’

Dat vereist volgens de LTO-bestuurder een zorgvuldig proces met alle gebiedsactoren. Daarin wordt duidelijk waar de metingen boven de norm zijn, wie en wat daarvoor verantwoordelijk is en welke maatregelen vervolgens in een gebied genomen moeten worden. Van Wenum: ‘Juist voor het draagvlak van dit proces is het nu onwenselijk dat er met stoom en kokend water allerlei ongewenste nitraatmaatregelen ingesteld worden.’

Derogatie uitbreiden

Tot slot wil de vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroenten ook via de nieuwe landbouwminister ervoor pleiten om de aanvraag voor derogatie naast grasland uit te breiden naar bijvoorbeeld granen, koolzaad en graszaadteelt. ‘Op die wijze kan dan ook in de plantaardige sectoren een kunstmestbesparing worden gerealiseerd’, besluit Van Wenum.