NVWA treft boktor Apriona aan in Enkianthus

Deze boktor is in Nederland als quarantaine-waardig aangewezen en daarmee bestrijdingsplichtig. De NVWA heeft daarop vernietiging van de besmette partij opgelegd en voert een omgevingsonderzoek uit. In een straal van 100 meter rondom de percelen waar de besmette partij heeft gestaan, worden alle loofbomen en Pinus onderzocht op sporen van Apriona spp. Waar nodig worden monsters genomen.

Met het omgevingsonderzoek hoopt de NVWA meer duidelijkheid te krijgen over de mogelijke verspreiding van Apriona. Als tijdens het onderzoek in bomen of struiken Apriona wordt aangetroffen, dan zal in ieder geval de besmette partij of plant worden vernietigd. Wanneer er sprake lijkt te zijn van verspreiding in de omgeving, zal de NVWA daar een gerichte aanpak op afstemmen.

Traceringsonderzoek

Ook voert de NVWA een traceringsonderzoek uit. Daarmee probeert de autoriteit, op basis van de door het bedrijf aangeleverde informatie, na te gaan of de besmettingsbron kan worden achterhaald. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar mogelijke verspreiding van de Apriona door verhandeling.

Apriona spp zijn boktorsoorten die voorkomen in Zuidoost-Azië. Zij hebben een vergelijkbare levenscyclus als de boktor Anoplophora chinensis en glabripennis. Dat betekent dat ze eieren afzetten op levende bomen. In de boom ontwikkelt de larve zich tot een volwassen kever. Enkele maanden tot jaren na ei-afzet verlaat de kever via een uitvlieggat de boom.

Risico boomteeltbedrijven

De boktorren kunnen een groot aantal plantensoorten aantasten en vormen vooral in warmere streken een risico voor boomteeltbedrijven, bossen en openbaar groen. Of deze boktor zich in Nederland buiten kan vestigen, is nog onzeker. Het is onduidelijk of de gemiddelde temperatuur in de zomer in Nederland hoog genoeg is voor vermenigvuldiging en vestiging.